Angst/ptss

Angst/ptss
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Angst/ptss

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat doet angst met je?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lichamelijke reacties
  • Je hart gaat sneller kloppen
  • Bloeddruk stijgt
  • Spieren spannen zich aan
  • Je gaat transpireren
  • Je ademhaling versnelt

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Angststoornissen
Last van zenuwen, een knoop in je maag, of zweethanden in het vliegtuig. Iedereen heeft wel eens last van angst: het helpt ons om goed te reageren op mogelijk gevaar. Maar wat als angst niet meer weggaat? Of als je vaker erg angstig reageert op iets, waar je eigenlijk helemaal niet bang voor hoeft te zijn? Zoiets kan je leven flink veranderen.

Als angst zo heftig is dat het je dagelijks leven verstoort, dan noemen we dit een angststoornis.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Angststoornissen
  • Specifieke fobie
  • sociale- angststoornis
  • Paniekstoornis
  • PTSS
  • OCD

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

DIS
Wat is een dissociatieve stoornis?

 
Wanneer je lijdt aan een dissociatieve stoornis lukt het je op momenten niet om gebruik te maken van het bewustzijn. Het is net of je uit je lichaam treedt: je staat los van jezelf. Dit kan een manier zijn om gedachten, emoties en (lichamelijke) gevoelens uit te schakelen.

Slide 6 - Slide

Het gebeurt ons allemaal wel eens: dat je een korte periode van de dag niet bewust beleeft, omdat je gedachten ergens anders zijn. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer je een boek leest en de rest van de wereld even verdwijnt. Dit normale verschijnsel heet ‘dissociatie’.
Moeilijk gedrag van cliënten met angststoornissen
  • De angst van de cliënt uit zich vaak in lichamelijke klachten.
                 Soms hartkloppingen, trillen en/of gevoel van misselijkheid.

  • De cliënt kan ook ik een heftige paniek aanval belanden.

  • Hij kan letterlijk verstijven of juist wegvluchten.

  • Cliënten kunnen gaan zweten, het gevoel hebben te stikken.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

  • De angstaanvallen gaan soms samen met hyperventilatie.
  •    Als gevolg hiervan flauwvallen.

  • Cliënten met een heftige paniekaanval kunnen werkelijk het idee hebben dat ze dood gaan

  • Je zult begrijpen dat deze mensen met deze gevoelens situaties vermijden die deze angsten oproepen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Begeleiden van cliënten met een angststoornis!
  • In de ondersteuning van cliënten met een angststoornis is jouw houding als hulpverlener cruciaal.

  • Zorg dat je kalm, evenwichtig en betrokken reageert op de cliënt.

  • Vaak heeft de cliënt veel behoeft aan steun. (letterlijk bij de hand nemen)

  • Bagitaliseer de angst niet.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

PTSS

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken
Trauma
Normale levenservaring
Psychotraumatische gebeurtenissen (Volgende Slide)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Symptomen
  • Dissociatie
  • Flashbacks
  • Angstgevoelens
  • Depressie
  • Verslavingsgedrag

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Oorzaak
  • Traumatische ervaring
  • Heftige en schokkende ervaring
  • Ernstige ongevallen
  • Stressvolle gebeurtenissen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Begeleiding/zorg
  • Ernstig beschadigd
  • Bieden van veiligheid
  • Transparant zijn
  • Duidelijk zijn
  • Grenzen aangeven

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Exposure
Hoe werkt exposure therapie?
 
Bij exposure therapie wordt de cliënt blootgesteld aan de angstopwekkende stimulus zodat hij/zij kan ervaren dat zijn angstige verwachting niet uit komt. Zo zal iemand met een fobie juist worden blootgesteld aan een spin of zal hij/zij juist gaan oefenen met het gebruiken van een lift.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions