Susan les 3, Branche GGZ, VZ24 BOL

Branche GGZ


Les 3
psychopathologie 2
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Branche GGZ


Les 3
psychopathologie 2

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
- Aanwezigheid
- wat is psychopathologie/ DSM
- 5 angststoornissen
- 6 obsessieve-compulsieve stoornissen
- 7 trauma
- 8 dissociatieve stoornissen
- werken in LearnBeat
- vragen?

Slide 2 - Slide

psychopathologie
= de studie van psychische ziekten en afwijkend gedrag. 

De vpk/ vz observeert en rapporteert de psychische functies:
1) affectieve functies (= emoties, stemming)
2) conatieve functies (= psychomotoriek, motivatie, gericht gedrag)
3) cognitieve functies (= bewustzijn, aandacht, oriëntatie, waarneming,                                                            denken, geheugen)

Slide 3 - Slide

DSM
DSM-5 is het classificatiesysteem 
voor psychiatrische aandoeningen 
dat in de hele wereld wordt gebruikt.

Het beschrijft de symptomen 
van alle stoornissen.

Slide 4 - Slide

hoeveel hoofd-categorieën psychiatrische ziekten staan er in de DSM-5?

Slide 5 - Mind map

welke psychiatrische ziekten of categorieën ken je al?

Slide 6 - Open question

De 20 DSM-5 categorieën:
  1. Neurologische ontwikkelingsstoornissen
  2. Schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen
  3. Bipolaire en gerelateerde stoornissen
  4. Depressieve stoornissen
  5. Angst stoornissen
  6. Obsessief-compulsieve en gerelateerde stoornissen
  7. Trauma- en stressgerelateerde stoornissen
  8. Dissociatieve stoornissen
  9. Somatisch-symptoomstoornissen en verwante stoornissen
  10. Voedings- en eetstoornissen

Slide 7 - Slide

De 20 DSM-5 categorieën:
11. Stoornissen in de zindelijkheid
12. Slaap-waakstoornissen
13. Seksuele disfuncties
14. Genderdysforie
15. Disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen
16. Middelgerelateerde en verslavingsstoornissen
17. Neurocognitieve stoornissen
18. Persoonlijkheidsstoornissen
19. Parafiele stoornissen
20. Andere psychische stoornissen

Slide 8 - Slide

5. angststoornissen
=  niet-terechte angst in combinatie met sociale problemen. 
  • separatie-angststoornis
  • selectief mutisme
  • specifieke fobie (voor dieren, natuur, bloed, enz)
  • sociale-angststoornis (sociale fobie)
  • paniekstoornis (beven, zweten, benauwdheid, borstpijn, duizeligheid, angst gek te worden)
  • agorafobie
  • gegeneraliseerde-angststoornis
  • angststoornis door een middel/medicatie
  • angststoornis door een somatische aandoening
  • andere gespecificeerde angststoornis en ongespecificeerde angststoornis


Slide 9 - Slide

behandeling bij angststoornissen
- Gedragstherapie
- Ontspanningsoefeningen/ mindfullness
- Soms medicatie (let op: anxiolytica zijn meestal verslavend)

Slide 10 - Slide

6. obsessieve-compulsieve stoornissen
= dwangstoornis = opdringende gedachten (obsessies) en dwanghandelingen (compulsies) .
  • obsessieve-compulsieve stoornis
  • morfodysfore stoornis (stoornis met denkbeelden over misvormd eigen lichaam)
  • verzamelstoornis (bewaardwang)
  • trichotillomanie (haaruittrekstoornis)
  • excoriatiestoornis (huidpulkstoornis)
  • obsessieve-compulsieve of verwante stoornis door een middel/medicatie
  • obsessieve-compulsieve of verwante stoornis door een somatisch aandoening
  • andere gespecificeerde obsessieve-compulsieve stoornis
  • ongespecificeerde obsessieve-compulsieve stoornis stoornis



Slide 11 - Slide

behandeling bij obsessieve-compulsieve stoornissen

Slide 12 - Slide

7. Trauma en stress- stoornissen
Een posttraumatische stressstoornis (PTSS) kan ontstaan als de zorgvrager getuige is geweest van een ongeluk, een natuurramp of een andere bijzonder nare gebeurtenis, of zelf het slachtoffer is geweest van een ongeluk of mishandeling. 

PTSS-Klachten: nachtmerries, herbelevingen en prikkelbaarheid.

Aanpassingsstoornissen =  inadequaat reageert op een stresssituatie.
Kan ontstaan door allerlei vormen van stress. Door opeenstapeling van tegenslagen of ingrijpende gebeurtenissen.

Slide 13 - Slide

behandeling bij trauma stoornissen

Slide 14 - Slide

8. Dissociatieve stoornissen
= plotselinge, tijdelijke verandering in bewustzijn, identiteit of motorische functies. 


  • dissociatieve identiteitsstoornis
  • dissociatieve amnesie (met of zonder dissociatieve fugue)
  • depersonalisatie-/derealisatiestoornis
  • andere gespecificeerde dissociatieve stoornis
  • ongespecificeerde dissociatieve stoornis

Slide 15 - Slide

behandeling bij dissociatieve stoornissen

Slide 16 - Slide

behandelvormen
Er zijn veel soorten psychotherapie. Kan zowel individueel als in een groep.
1) psychodynamische therapie (begrijpen van oorzaken van gedrag) --> bijna alle stoornissen.
2) systeemtherapie                                           -->   Bij problemen in hele gezin/ systeem
3) gedragstherapie en cognitieve therapieen: --> angst/ dwang/ seksuele klachten/ ...
         CGT (= cognitieve gedrags therapie) -->  Bij depressie/ angst/ dwang/ ... 
         Dialectische gedragstherapie
         de Liberman-methode  
         mindfulness.                                                  
  •          EMDR                                                            -->    Bij trauma.
  •          ECT (= elektro convulsie therapie)   -->   Bij ernstige depressie.

Slide 17 - Slide


Volgende les:
Vragen?

Slide 18 - Slide