3MAVO Mod.Wisk H1-5 omgekeerd evenredig verband

Omgekeerd verband (herh.)
Vergelijking, tabel, grafiek, toepassen en conclusies trekken
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Omgekeerd verband (herh.)
Vergelijking, tabel, grafiek, toepassen en conclusies trekken

Slide 1 - Slide

 leerdoelen, je kunt:
  1. Met een gegeven vergelijking zelf een tabel maken
  2. a.d.h.v. een tabel  zelf een grafiek tekenen 
  3. de vergelijking op twee manieren schrijven
  4.  aan de hand van een tabel een omgekeerd evenredig verband herkennen
  5. voorgaande toepassen bij natuurkunde bij economie

Slide 2 - Slide

Wat is dat eigenlijk? o.e.?
 Vier mensen nemen deel aan een loterij. Afspraak is:  prijs van € 100.000,-  ? Dan delen in gelijke delen.  Ze vinden de inleg van €20 p.p. echter wat teveel en besluiten nog vier mensen te laten deelnemen. Bereken ieders deel bij 4 en bij 8 deelnemers.


Slide 3 - Slide

Ja, en dus?
  •  het waren 4 mensen :  € 25.000,- per mens.
  • er komen 2 keer zoveel  deelnemers (2*4=8) mensen : 
  •  €100.000,- : 8 mensen = € 12.500,- per mens.
  • In woorden: " twee keer zoveel deelnemers levert ook maar de helft van de loterijprijs"


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Trucje 
bij omgekeerde evenredige verbanden:
formule is y = a/x, dus  a = y *x

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

En wat is dan r.e. ?
 bij recht evenredig (r.e) is het juist anders:
  • 2  blikjes energiedrank kosten € 2,50. 
  • 2 keer zoveel blikjes (4) kosten 2 keer zoveel ( 2*€2,50) namelijk  €5,00.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Trucje 
bij recht-evenredige verbanden:
met  verg. y=a * x, geldt a = y / x

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Som 34 klassikaal

Slide 13 - Slide

Maken opgaven blz.37: E11 t/m E13
en blz.38: G1, G2, G3
timer
24:00

Slide 14 - Slide

Herhalen en afsluiten

Slide 15 - Slide

Gate-out check:
  1.  Maak de tabel voor de vergelijking (f)  y= a/x af,  waarin a=4
  2. Teken de grafiek van het deel linksonder dat daarbij hoort
  3. In het assenstelsel is rechtsboven ook een deel van een andere grafiek (g) getekend .  Bereken bij benadering of  de a-waarde groter/kleiner is dan van de grafiek van f.

Slide 16 - Slide