Les 1 schrijfexamen 3F

Les 1 schrijfexamen 3F
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Les 1 schrijfexamen 3F

Slide 1 - Slide

Planning van vandaag
- Uitleg periode 2
- uitleg examens
- korte herhaling theorie + quizje
- schrijfopdracht

Slide 2 - Slide

Planning periode 2

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Zakelijke mail - opzet
Een zakelijke mail heeft een vaste opzet, namelijk:
  • Aanhef
  • Inleiding
  • Middenstuk
  • Slot
  • Slotgroet 

Slide 14 - Slide

Een zakelijke mail 

Slide 15 - Slide

Wat is geen manier om een inleiding te schrijven?
A
Aanleiding voor schrijven benoemen
B
Vragen stellen
C
Samenvatting geven
D
Onderwerp aankondigen

Slide 16 - Quiz


In de inleiding noemt de schrijver de aanleiding voor het schrijven van de tekst.
Wat betekent het woord aanleiding?
A
het doel van het schrijven
B
de reden waarom iemand over het onderwerp schrijft
C
de functie van het schrijven
D
waarover de schrijver heeft geschreven

Slide 17 - Quiz

Een zakelijke mail is....
timer
0:10
A
formeel
B
informeel

Slide 18 - Quiz

De indeling tussen alinea's maak ik duidelijk door...
A
van lettertype te wisselen.
B
witregels te gebruiken.
C
de alinea op een andere bladzijde te laten beginnen
D
erboven te schrijven 'inleiding, middenstuk, slot'.

Slide 19 - Quiz

Wat moet je vermijden in een zakelijke mail?
A
Correcte spelling
B
Onnodige bijlagen
C
Een professionele afsluiting
D
Duidelijke zinnen

Slide 20 - Quiz

Wat doe je NIET in een zakelijke mail?
A
Formele taal gebruiken
B
Uitroeptekens gebruiken
C
Iemand aanspreken met 'u'
D
Het kort en bondig houden

Slide 21 - Quiz

Wat is de aanhef in een zakelijke mail?
A
het onderwerp
B
Hoi,
C
Geachte meneer De Vries,
D
Apeldoorn, 7 maart 2023

Slide 22 - Quiz

Wat is formeel taalgebruik?
  • Formeel taalgebruik is netjes en
     de toon is beleefd.
  • Je spreekt diegene aan met 'u'.

Slide 23 - Slide

Informeel en formeel taalgebruik
Formeel
Informeel
u
jij, je, jou
Desalniettemin
ondanks 
Geachte heer/mevrouw,
Hallo Ella,
Met vriendelijke groet,
Groetjes,
Mededelen 
Vertellen
Trachten
Proberen 
Tevens
Ook 
Verzoeken
Vragen
Tot onze spijt
Sorry/jammer/helaas

Slide 24 - Slide

Waar heb je hulp bij nodig?

Slide 25 - Open question

Aan de slag!
Wat ga je doen?
Maak examenopdracht 1 of 2 blz. 9 of 12 reader.
Maak het in een Word-bestand. Let op! --> Zet je spellingscontrole uit.
Lever je opdracht in via Teams - opdrachten voor feedback. 
Klaar? --> Studiemeter.

Slide 26 - Slide