This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Breuken en decimale getallen
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Schrijf 0,4 om naar een breuk
Slide 3 - Open question
2/5
Maak er een breuk met een noemer 10, 100 of 1000 van:
4/10
Vereenvoudig de breuk:
2/5
Slide 4 - Slide
Schrijf 0,15 om naar een breuk
Slide 5 - Open question
3/20
Maak van 0,15 een breuk met de noemer 10, 100 of 1000.
15/100
Vereenvoudig de breuk
15:5 = 3
100:5 = 20
Slide 6 - Slide
Schrijf 1,6 om naar een breuk
Slide 7 - Open question
1 3/5
Maak van 1,6 een breuk met een noemer 10, 100 of 1000
1 is een geheel getal
6/10
Vereenvoudig de breuk:
3/5
1 3/5
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Maak van 1/8 een decimaal getal
Slide 10 - Open question
0,125
Maak van 1/8 een breuk met een noemer 10, 100 of 1000
125/1000
De 8 past 125 keer in 1000, dus moet de teller (1) vermenigvuldigd worden met 125.
Slide 11 - Slide
Je hebt 3 pakjes van elk 1/5 kg salami, hoeveel kilo salami heb je?
Slide 12 - Open question
0,6
3 x 1/5 = 3/5
Maak een breuk met de noemer 10, 100 of 1000
6/10 = 0,6
Slide 13 - Slide
In een fles van 1 liter zit 7/10 liter sinaasappelsap en een kwart liter mangopulp. De rest is frambozensap. hoeveel liter frambozensap zit er in de fles zit.