§2.3 Waarom zou je lenen?

Paragraaf 2.3
Waarom zou je lenen?
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Paragraaf 2.3
Waarom zou je lenen?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Terugblik § 2.2 (5 min.)
  • Uitleg § 2.3 (15 min.)
  • Zelfstandig aan het werk (35 min.)
  • Afsluiting (5 min.)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik § 2.2
Waarom zou je sparen?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Je fiets is vrij fragiel en je bent bang dat het binnenkort kapot gaat. Daarom spaar je alvast voor een nieuwe. Voor welke reden spaar je nu?
A
Sparen voor een doel.
B
Sparen uit voorzorg.
C
Sparen voor de rente.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Sander zet € 7.500 op de bank. Hij ontvangt 3% rente.
Hoeveel geld heeft hij op zijn bankrekening nadat de rente is bijgeschreven?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Ruilmiddel
Spaarmiddel
Rekenmiddel
Ik koop twee appels bij de supermarkt.
Elke maand sla ik €15,- op mijn bankrekening.
Deze chocoladereep is €7,34

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Paragraaf 2.3
Waarom zou je lenen?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Waarom zou je geld lenen?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Lenen
Maandtermijn
Aflossen
Rente
Een vergoeding van de bank, omdat je hun geld mag gebruiken.

Je gebruikt geld dat van een ander is.

Terugbetalen van het geleende geld.

Een lening bij de bank betaal je terug met een vast bedrag per maand.

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

Waarom is de rente op een lening hoger dan die op een spaarrekening?
Bij welke spaarrekening-/vorm krijg je een variabele rente?
A
Vrij opneembaar.
B
Spaardeposito.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke spaarrekening-/vorm krijg je een vaste rente?
A
Vrij opneembaar.
B
Spaardeposito.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Ik doe het voor...
...
Je leent €150,65 en betaalt €45 rente. Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Justin heeft € 1.300 op de bank. Daarvoor krijgt hij € 45.50 rente.
Bianca heeft € 1.800 op de bank en krijgt € 54 rente.

Laat met een berekening zien wie het hoogste rentepercentage ontvangt.

Slide 18 - Open question

Justin: € 45.50 : € 1.300 x 100 = 3,5%
Bianca: € 54 : € 1.800 x 100 = 3%
Opdrachten
Maken deze les:
  • Opdracht 32 t/m 43.
  • Rekenopdracht 10 en 11

Wat ga je doen als je klaar bent?
  • Nakijken;
  • Lezen OF leren!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Volgende week: ECO §2.3 32 t/m 43 af!

Volgende les: §2.4 Verzekeren, hoezo?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

STUDIEPLANNER
Over twee weken: ECO Toets H2!

Leren:
- Oefentoets;
- Blauwe onderdelen;
- Rekenen!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions