mh2 lenen

1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Chartaal geld gaat om...
A
Munten en bankbiljetten
B
Geld op je bankrekening

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Je fiets is vrij fragiel en je bent bang dat het binnenkort kapot gaat. Daarom spaar je alvast voor een nieuwe. Voor welke reden spaar je nu?
A
Sparen voor een doel.
B
Sparen uit voorzorg.
C
Sparen voor de rente.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Je spaart omdat je voor een hoger bedrag een hogere vergoeding van je bank krijgt. Voor welke reden spaar je nu?
A
Sparen voor een doel.
B
Sparen uit voorzorg.
C
Sparen voor de rente.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Sander zet € 7.500 op de bank. Hij ontvangt 3% rente.
Hoeveel geld heeft hij op zijn bankrekening nadat de rente is bijgeschreven?
timer
2:00

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

timer
1:00
Ruilmiddel
Spaarmiddel
Rekenmiddel
Ik koop twee appels bij de supermarkt.
Elke maand sla ik €15,- op mijn bankrekening.
Deze chocoladereep is €7,34

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Lenen
Maandtermijn
Aflossen
Rente
Een vergoeding van de bank, omdat je hun geld mag gebruiken.

Je gebruikt geld dat van een ander is.

Terugbetalen van het geleende geld.

Een lening bij de bank betaal je terug met een vast bedrag per maand.

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Lening: 142 euro. Rente: 32 euro.

Hoeveel procent is de rente?

Slide 20 - Open question

Justin: € 45.50 : € 1.300 x 100 = 3,5%
Bianca: € 54 : € 1.800 x 100 = 3%
Lening: 267 euro. Rente: 68 euro.

Hoeveel procent is de rente?

Slide 21 - Open question

Justin: € 45.50 : € 1.300 x 100 = 3,5%
Bianca: € 54 : € 1.800 x 100 = 3%
Justin heeft € 1.300 op de bank. Daarvoor krijgt hij € 45.50 rente.
Bianca heeft € 1.800 op de bank en krijgt € 54 rente.

Laat met een berekening zien wie het hoogste rentepercentage ontvangt.

Slide 22 - Open question

Justin: € 45.50 : € 1.300 x 100 = 3,5%
Bianca: € 54 : € 1.800 x 100 = 3%

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Ga maken
2.3 maak af tot het einde

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions