doelwoorden

doelwoorden
1 / 27
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

doelwoorden

Slide 1 - Slide

als je verkouden bent kan je iemand anders
A
belasten
B
ziek maken
C
besmetten

Slide 2 - Quiz

corona is een ziekte die snel .....
hierdoor waren veel landen besmet
A
verstreken
B
verspreid
C
opkwam

Slide 3 - Quiz

de mazelen, waterpokken en rode hond zijn
A
virussen
B
ernstig
C
gevaarlijk
D
kinderziektes

Slide 4 - Quiz

als kind neem je een prik die ook wel de sinas en cola prik genoemd wordt.
dit is :
A
een vaccinatie
B
pijnlijk
C
verplicht
D
een spuit

Slide 5 - Quiz

doelwoorden over helpende plus 

Slide 6 - Slide

leg uit wat een medicatie keten is

Slide 7 - Open question

ik ben Amina en ik heb slaapproblemen, ik ben hiervoor naar de huisarts geweest en heb hiervoor slaapmedicatie gekregen. na een tijdje moest ik een hogere dosering dit komt door

Slide 8 - Open question

er zijn meerdere soorten pillen, je hebt bepaalde pillen met een suiker laagje voor mensen die pillen slikken moeilijk vinden. deze pillen Noem je
A
dragee
B
tabletten
C
drasse
D
snoepjes

Slide 9 - Quiz

hoe heet dit soort pil
A
tablet
B
capsule

Slide 10 - Quiz

welke woorden komen in je op bij het woord dermaal

Slide 11 - Open question

Anatomie 

Slide 12 - Slide

welke 5 zintuigen zijn er

Slide 13 - Open question

wat komt in je op als je denkt aan alle zintuigen

Slide 14 - Open question

doorstroom welzijn 
doelwoorden 

Slide 15 - Slide

wat wordt er bedoeld met planmatig werken

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

wat is de voor van werken in de afbeelding hiervoor
A
organiseerd
B
methodisch
C
handig

Slide 18 - Quiz

BBL helpende plus 
doelwoorden 

Slide 19 - Slide

een ander woord voor suiker is
A
zoet
B
dextrose
C
glucose

Slide 20 - Quiz

wat is hypoglycemie

Slide 21 - Open question

wat is hyperglycemie

Slide 22 - Open question

noem woorden die te maken hebben met een tumor

Slide 23 - Open question

een goed aardige tumor noem je
A
malinge
B
benigne

Slide 24 - Quiz

leg het woord tremoren uit

Slide 25 - Open question

digitale vaardigheden 
doelwoorden 

Slide 26 - Slide


A

Slide 27 - Quiz