3.3 politiek en samenleving

3.3 politiek en samenleving
Herhaling 32
Start 33
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.3 politiek en samenleving
Herhaling 32
Start 33

Slide 1 - Slide

Het bestuur van Nederland: 1815

Slide 2 - Slide

  • Taken Koning Willem I: 
  • Staatshoofd & regeringsleider
  • Benoemen en ontslaan       ministers
  • Beslissen over geld, het leger en de kolonies. 

Slide 3 - Slide

Wat is het parlement? 

x
x
x
x

Slide 4 - Slide

Liberalen
  • Liberalen willen meer vrijheid in de politiek (liber = vrij) .
  • De meeste NL'ers hadden geen kiesrecht en weinig invloed.
  • Kiesrecht voor zij die belasting betalen.


Slide 5 - Slide

Nederland in 1815
Belgen wilden weg want: 

  • Staatsschulden samengevoegd
  • Nederlandse taal 
  • Minder inspraak in parlement
  • -> Belgische opstand! (1830)

Slide 6 - Slide

  • Johan Rudolf Thorbecke
  • Grondwet 1848

Slide 7 - Slide

Grondwet 1848
De grote veranderingen:
  • Census kiesrecht.
  • Koning onschendbaar. 
  • Ministers verantwoordelijk

Slide 8 - Slide

  • Taken Koning Willem II:
  • Staatshoofd

Slide 9 - Slide

1815
1848

Slide 10 - Slide

Uitbreiding van het kiesrecht.

  • 1917: Algemeen kiesrecht voor mannen.
  • 1919: Algemeen kiesrecht voor vrouwen.
  • Nederland werd een parlementaire democratie.

Slide 11 - Slide



Het Parlement
Parlementaire democratie: 
  • Bestuurssysteem waarin de regering afhankelijk is van het parlement dat met algemeen kiesrecht is gekozen. 

Slide 12 - Slide

Paragraaf 2.3 Politiek en samenleving

Slide 13 - Slide

Leven en werken in armoede
  • Arbeiders in de 19e eeuw hadden slechte werk-en leefomstandigheden.
  • Mensen werkten hele lange dagen voor weinig loon.
  • Fabrieken maakten gebruik van kinderarbeid.
  • Door schrijvers uit deze periode kwam er steeds meer aandacht voor de slechte werk- en leefomstandigheden.
  • Ze noemden het de sociale kwestie.

Slide 14 - Slide

Er ontstaan fabrieken

Slide 15 - Slide

Arme gezinnen in een arbeidershuisje bij de fabriek

Slide 16 - Slide

Woonomstandigheden

  • Slechte woningen (snel gebouwd)
  • Panden die niet als woning zijn bedoeld (zoals kelderwoningen).
  • Dichtbij fabrieken met hun rokende schoorstenen.
  • Slechte hygiëne, riolering en watervoorzieining.

Slide 17 - Slide

Arbeidsomstandigheden

  • Saai door arbeidsdeling/lopende band).
  • Lange werkdagen (14 uur per dag).
  • Gevaarlijk.
  • Geen enkel recht, ook geen stakingsrecht.
  • Lage lonen (bij fouten: loon inhouden).

Slide 18 - Slide

Kinderarbeid



  • Ze zijn nog jong: je hebt er nog lang wat aan.
  • Vrouwen en kinderen zijn goedkoper dan mannen.
  • Kleine handen kunnen beter op plekken tussen machines.

Slide 19 - Slide

Als iemand langdurig ziek wordt, hoe komt hij dan nu aan geld in Nederland?

Slide 20 - Slide

Sociale kwestie & Sociale wetten
  • Sociale wetten: wetten voor steun aan mensen die niet goed voor zichzelf konden zorgen. 

Slide 21 - Slide

Samuel
van
Houten

Slide 22 - Slide

Streven naar gelijkheid
  • Sociale wetten om wat aan het armoedeprobleem te doen
  • Kinderwetje Samuel van Houten
  • 1901 Leerplichtwet. Kinderen onder de 12 jaar naar school. 

Slide 23 - Slide

Kinderwetje van Van Houten
Wet waarbij het verboden werd om kinderen tot 12 jaar te laten werken in de fabrieken en werkplaatsen. De kinderen mochten wel in de landbouw werken.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Socialisten streven naar gelijkheid
  • Socialisten kwamen op voor de arbeiders.
  • Streefden naar gelijkheid (arm en rijk verschillen verdwijnen)

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide