Het gedicht zou over de vrouw van Goethe gaan.
Hij komt in het bos, als hij daar maar een beetje ronddwaalt de bloem (oftewel zijn vrouw) tegen.
Hij vindt de bloem zo mooi dat hij haar mee wil nemen, omdat hij die macht heeft.
De bloem geeft echter aan dat als ze gebroken wordt dat ze verwelkt/doodgaat.
Ze mag niet gebroken worden. Het is dus geen liefdesaffaire, maar een relatie voor het leven.
Hij plant de bloem daarom in zijn tuin om haar te zien groeien.