De kooplieden haalden de lappen stof op bij de boeren en liet deze verven door ambachtslieden. En dit verkocht de kooplieden weer aan kleermakers die van het stof kleren maakte.
Dit werk werd later het hele jaar door gedaan, waardoor er kleine bedrijfjes ontstonden.
Het thuis laten werken van ambachtslieden en boeren, noem je huisnijverheid.