BLOK 2: ZIE JE WANNEER JE ANDEREN KUNT HELPEN? (15-20 min)
Stap 6: Op straat
• Leg uit: we gaan weer verder met een keuzevideo. Deze is anders dan de vorige. Je volgt
nu een meisje dat ’s avonds na het uitgaan over straat naar huis loopt en in allerlei situaties
terecht komt waarin ze anderen kan helpen. Let op: dit keer kun je constant stemmen, dus
moet je continu alert blijven en als je iets ziet op ‘helpen’ of ‘niet helpen’ klikken.
• Klik onderin op de knop: OP STRAAT. Alle leerlingen moeten weer op VERBINDEN klikken.
• Geef, als halverwege de video het perspectief wisselt van het meisje naar twee jongens,
aan dat je nu niet meer het meisje volgt, maar de jongens.
• Geef verduidelijking bij het laatste keuzemoment, aan het einde van het fragment. Anders
dan bij de vorige dilemma’s verschijnt nu een vraag en een tijdsbalk in beeld.
Stap 7: Nabespreking
• Check of leerlingen de verschillende situaties herkend hebben. Hoe komt dat? Waar het
bij deze nabespreking vooral over gaat is: heb je je ogen open? Zie je de momenten waarop
je anderen kunt helpen? En wat voor manieren van helpen zijn er eigenlijk?
• Combineer zoveel mogelijk de verschillende keuzemomenten. Waarom kiezen leerlingen
ervoor om in de ene situatie wel te helpen en in de andere niet? Waar zit het verschil?
o Wie help je eerder: man of vrouw, oud of jong, zwart of wit, homo of hetero?
o Maakt het uit of jij alleen bent, of met anderen? Overdag of ’s nachts? Goed of
slecht weer?
o Maakt jouw stemming uit? Bijvoorbeeld of je haast hebt, een rotdag, of lekker
in je vel zit?
• Vergelijk met de antwoorden van alle deelnemers