Voorbeeld
Zij eet eerst een banaan en daarna een appel.
1. Welke woorden zijn weggelaten?
Zij eet
2. Wat is het getal in beide zinsdelen?
zij eet = enkelvoud / zij eet = enkelvoud
3. Wat is de functie in beide zinsdelen?
1) zij - ow, eet = wg 2) zij = ow, eet = wg
4. Wat is de betekenis in beide zinsdelen?
'zij eet' heeft in beide zinnen dezelfde betekenis