B1 Week van 6-5 bezit 's en much many

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Vandaag

Als je serieuze pogingen hebt gedaan je huiswerk te maken, geen strafwerk.

Zie ik dat je niks hebt gedaan of meteen bent afgehaakt, wel strafwerk.

Uitleg bezit 's of s' en many much en dit daarna klassikaal oefenen.

Vandaag

Waarom snapt een groot deel van de klas het niet?

• Niet opletten tijdens uitleg.
• Vooral met elkaar bezig en niet met het werk.
• Niet goed lezen wat je moet doen.

We gaan wederom oefenen met deze onderwerpen.

Ik verwacht dat iedereen deze keer wel goed oplet en meedoet.

The boy's bike

The girl's shoes

The dog's collar.

Australia's coastline.

Next month's holiday.

Met deze 's druk je bezit uit.

Je gebruikt dit voor:

1. personen
2. dieren
3. landen
4. Organisatie
5. Je voegt een 's bij: night day, month, year

Je zet echter alleen ' achter de reeds bestaande s als:

1. Het woord in het meervoud staat en op een s eindigt als het om personen, dieren, dingen, of organisaties gaat.

Je gebruikt of als om over iets gaat dat geen persoon, dier, land of organisatie gaat. Vaak zijn dit dingen.

The name of this building is: the elephant.

I hate the smell of rotten wood.

Possessive: 's / ' / of

Grammar 13: Possessive: 's / ' / of

Possessive 's, ', ...of...

's	namen van mensen & dieren Ev & Mv eindigt niet op -s	Children's room
'	meervoud & eindigend op -s	Parents' car
of	plaatsen en dingen	The streets of Groningen

1. 's	- singular (enkelvoud) - names - plural (meervoud) without s - expression indicating time	The dog's tail is short. That is Thomas' bike. This is the children's favorite book. Today 's newspaper .
2. ' (apostrof)	- plural ending in s (meervoud)	The giraffes' neck.

Possessive: 's / ' 

Rule:

Example:

In welke zin wordt een 'possessive 's' gebruikt?

1. My parents live in a large house.
2. He's my best friend.
3. Mary's dog can run very fast.
4. Thomas works as a bus driver.

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

Let’s go to your ________ (friends – house)!

1. friends’s house
2. friends’ house
3. house of your friends

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

This is the ________ (boy – bike)

1. boy’s bike
2. boy’ bike
3. bike of the boy

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

________ (England - capital).

1. England's capital
2. England' capital
3. The capital of England

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

This is ________ (Peter – book).

1. Peter’s
2. Peter’
3. the book of Peter

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

My ________ (parents – car) was not expensive.

1. parents’s car
2. parents’ car
3. car of my parents

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

These are the ________ (boy – pencils).

1. boys’s pencils
2. boys’ pencils
3. pencils of the boys
4. boy's pencils

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

The ________ (children – room) is upstairs.

1. children’s room
2. children’ room
3. room of the children

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

________ (Charles – CD player) is new.

1. Charles’s CD player
2. Charles’ CD player
3. The CD player of Charles

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

This is ________ (Peter – book).

1. Peter’s book
2. Peters’ book
3. the book of Peter
4. Peters's book

Wat is de juiste possessive? ('s, ')

________ (John – sister) is twelve years old.

1. John’s sister
2. John’ sister

In welke zin wordt een 'possessive 's' gebruikt?

1. Eve's sick today, she won't come to school.
2. Mandy's car was stolen last night.
3. Joan has got a cat.
4. Dad's not home from work yet.

Write the following sentence with possessive 's :
"the dog of my sister"

Use possessive 's/'/of:
The neighbours garden

Use possessive 's/'/of:
My father ____ car is broken.

Make possessive 's:
Lisa - pen

Make possessive 's:
my dog - bone

Make possessive 's:
the children - toys

Make possessive 's:
my sisters bikes

Make possessive 's:
my sister bikes

This week

Much and many

Telbare zaken:

Alles waar je een getal voor kan zetten.

• 3 cars
• 4 tables
• 6 boys
• 12 girls
• 4 flowers.

Niet telbare zaken

Alles waar je geen getal voor kunt zetten.

• coffee
• flour (meel)
• time
• fun

much/many?
electricity

1. much
2. many

much/many work?

1. much
2. many

much/many?
problems

1. much
2. many

much/many?

...................... time

1. much
2. many

MUCH/MANY

.............. sugar

1. much
2. many

much/many?

............... umbrellas

1. much
2. many

much/many?
______ love

1. much
2. many

much/many?

...... dishes

1. much
2. many

This week

Oefeningen die op opnieuw maken staan van:

C: Reading
D: Speaking and Stones

Eerst kijken wat op opnieuw maken staat.

Daarna deze maken.

E: Writing and grammar

 F: Listening

Slim Stampen: theme words en A.

Voor de paar leerlingen die de oefeningen in classroom nog niet af hebben, die nog maken.

SO staat ingepland op 22 mei