4.1: De Pruikentijd (1)

4.1: De Pruikentijd
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.1: De Pruikentijd

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Bespreken histoclip Franse Revolutie
  • Bespreken oorzaken Franse Revolutie
  • Start 4.1 De Pruikentijd
  • Aan de slag met het uitwerken van leerdoelen en begrippen. 

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les:
  • Kun je beschrijven hoe het ging met de economie in Nederland in de 18e eeuw.
  • Kun je uitleggen wat een standenmaatschappij is.
  • Kun je uitleggen in welke standen Frankrijk was ingedeeld en wat de verschillen waren. 

Slide 3 - Slide

Franse Revolutie

Slide 4 - Mind map

Oorzaken Franse Revolutie

Slide 5 - Mind map

4.1: De Pruikentijd
In deze paragraaf leer je: 
  1. Hoe het ging met de Nederlandse economie
  2. Welke sociale verhoudingen er waren in Frankrijk
  3. Hoe de Verlichting zorgde voor een andere manier van denken
  4. Welke kritiek er was op de samenleving.

Kenmerkend aspect: Het denken over staat en maatschappij in de Verlichting

Slide 6 - Slide

4.1: De Pruikentijd
Begrippen: 
  • atheïst
  • driemachtenleer (Trias Politica)
  • mensenrechten
  • rationeel
  • rechtstaat
  • standenmaatschappij
  • Verlichting
  • Westers

Slide 7 - Slide

De Nederlandse Economie:
  • Gouden Eeuw is voorbij
  • Achteruitgang van de handel
  • Van de textielnijverheid weinig meer over
  • VOC maakt weinige winst.
  • Groei van armoede en werkloosheid in veel steden. 

Slide 8 - Slide

De Nederlandse economie:
  • Wel goed met banken
  • Rijke families lenen geld uit met rente
  • Amsterdam als financiële centrum van Europa, ondernemers en overheden lenen hier geld. 
  • Rijke handelaren en regenten bouwen grote huizen buiten de stad: Buitenhuizen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Tijd van Pruiken en Revoluties:
  • Aanzienlijke mannen dragen een pruik
  • Revolutie in Frankrijk die invloed heeft op Europa
  • Revolutie in Amerika
  • 1700 - 1800 de 18e eeuw 

Slide 11 - Slide

Franse sociale verhoudingen:
  • Bloei van handel en nijverheid
  • grote rijkdom maar ook grote armoede.
  • standenmaatschappij: de bevolking is ingedeeld in drie groepen met eigen rechten en plichten. 

Slide 12 - Slide

Franse sociale verhoudingen:
  • De eerste stand: Geestelijkheid: mensen die in dienst zijn van de katholieke kerk.
  • De tweede stand: adel: mensen uit bepaalde rijke families
  • De derde stand: rest van de bevolking , boeren, ambachtslieden, handelaren enz. 

Slide 13 - Slide

Franse sociale verhoudingen:
  • Stand 1 en 2 hebben veel privileges, speciale voorrechten .
  • betalen niet of nauwelijks belasting.
  • heerlijke rechten waarmee ze de boeren uitbuitten.
  • derde stand: betaald bijna alle belastingen.
  • Driekwart van alle staatsinkomsten van Frankrijk komen van de derde stand.

Slide 14 - Slide

Wat zie je op deze afbeelding?

Slide 15 - Open question

Wat zou deze afbeelding betekenen?

Slide 16 - Open question

Door welke stand zou deze afbeelding gemaakt zijn en waarom?

Slide 17 - Open question

Aan de slag:
  • Werk de eerste twee leerdoelen uit, maak hiervoor een nieuw document in Word aan die je aan het einde van het hoofdstuk kunt gebruiken voor het leren voor de toets.
  • Lees de theorie en maak de opdrachten van paragraaf 4.1 t/m opdracht 5 

Slide 18 - Slide