T3B3 - Kruisingen

3.3 Kruisingen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.3 Kruisingen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

planning:
- herhalen 3.2 genen
- leerdoelen 3.3 kruisingen
- uitleg 3.3
- oefen opdracht kruisingen
-(extra oefening kruisingen)
- opdrachten maken 3.3

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is een dominant gen?
A
een gen dat niet tot uiting komt
B
een gen dat veranderd is
C
een gen dat wel tot uiting komt
D
een gen die niks doet

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Iemand die
een gen voor blauwe oogkleur
en een gen voor bruine oogkleur heeft,
is ...................... voor de eigenschap oogkleur.
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Homozygoot is?
A
twee verschillende genen
B
twee dezelfde genen
C
een gen die dominant is en een gen die recessief is

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

3.3 Kruisingen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

leerdoelen 3.3 kruisingen
- je kunt een kruisingsschema opstellen

- je kunt bij een gegeven kruising genotypen en fenotypen van ouders en/of nakomelingen afleiden

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Een kruising

Als je twee dieren met elkaar nakomelingen laat krijgen, heet dat kruisen.

in deze basisstof gaat het steeds om één erfelijke eigenschap (één gen).

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Generatie = alle organismen in 1 laag van een reeks voortplantingen.


Ouders 
Eerste generatie kinderen
Tweede generatie kinderen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kruisingschema


Een kruisingsschema is een tabel met alle mogelijke combinaties van allelen bij een kruising. 

Met een kruisingsschema kun je voorspellen wat de kans is dat een nakomeling een bepaald fenotype krijgt.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Een kruisingsschema maken

Zwart = 
Gele vacht = 

P (ouders) = 
Geslachtscellen = 
F1 = 

Bij labradors is het allel voor een zwarte vacht (A) dominant over het allel voor een gele vacht (a). Een zwartharig vrouwtje dat homozygoot is voor de vachtkleur (AA), paart met een geelharig mannetje (aa). De nakomelingen (F1) paren ook weer met elkaar. Je wilt weten welke vachtkleur de labradors in generatie F2 kunnen hebben. Ook wil je weten hoe groot de kans is op elke vachtkleur in de F2. Hoe je het kruisingsschema van deze kruising maakt, zie je in het volgende stappenplan.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Een kruisingsschema maken

Zwart = 
Gele vacht = 

F1 = 
Geslachtscellen = 
F2 = 

Bij labradors is het allel voor een zwarte vacht (A) dominant over het allel voor een gele vacht (a). Een zwartharig vrouwtje dat homozygoot is voor de vachtkleur (AA), paart met een geelharig mannetje (aa). De nakomelingen (F1) paren ook weer met elkaar. Je wilt weten welke vachtkleur de labradors in generatie F2 kunnen hebben. Ook wil je weten hoe groot de kans is op elke vachtkleur in de F2. Hoe je het kruisingsschema van deze kruising maakt, zie je in het volgende stappenplan.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

De kruising 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Verhoudingen
De kans op zwart vacht = 75%
De kans op gele vacht = 25%

Verhouding genotype = 
AA:Aa:aa = 1:2:1
Verhouding fenotype =
Zwartbont : roodbont = 3:1

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

oefenvraag 1

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

oefenvraag 2

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

opdrachten maken (huiswerk)
- opdracht 1 t/m 6 van 3.3
- na 15 minuten kijken we de eerste opdrachten na!

timer
15:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Extra oefenvraag 1
Maak F1 kruising.

Slide 18 - Slide

A. 0%
extra oefenvraag 2
Maak F1 kruising.

Slide 19 - Slide

B. Zz x Zz

Slide 20 - Video

This item has no instructions