les 2: landschappen in soorten en maten (1.1)

Landschappen in soorten en maten (1.1)
  • Je kent de verschillen tussen een natuurlandschap en een ingericht landschap en tussen een jong en een oud gebergte.
  • Je kunt met de atlas bepalen of een gebied een gebergte of een laagvlakte is (opg. 4)
  • Je begrijpt hoe gebergten en laagvlakten ontstaan.


uitleg leerdoel 1
opdracht 4 maken  voor leerdoel 2
uitleg leerdoel 3
werk aan weektaak
1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Landschappen in soorten en maten (1.1)
  • Je kent de verschillen tussen een natuurlandschap en een ingericht landschap en tussen een jong en een oud gebergte.
  • Je kunt met de atlas bepalen of een gebied een gebergte of een laagvlakte is (opg. 4)
  • Je begrijpt hoe gebergten en laagvlakten ontstaan.


uitleg leerdoel 1
opdracht 4 maken  voor leerdoel 2
uitleg leerdoel 3
werk aan weektaak

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Natuurlandschap en ingericht landschap
Landschap ontstaan door de natuur.

- bossen
- bergen
- woestijnen
- rivieren
- zeeën
Landschap ontstaan door inrichting van de mens.

- akkers
- steden
- wegen
- kanalen
- vliegvelden
etc.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Natuurlandschap want...
Ingericht landschap want...
uitleg
De mens heeft dit landschap niet aangepast. 
Dit is door de natuur zo gemaakt.
uitleg
Van nature zouden hier bomen groeien (zie achtergrond). Je ziet vee grazen. De mens heeft dit gebied dus ingericht als landbouwgrond door de bomen te kappen. Het is een ingericht landschap.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Soorten gebergten
Hooggebergte: hoger dan 1500 meter
hooggebergte > 1500m.
middelgebergte 500-1500m.
laagvlakte <500m.
laagland < 200m.
Nodig voor opdracht 4 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 4a maken

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Jong gebergte en Oud gebergte
Jonge gebergten
- tientallen miljoenen jaren oud.
- hoge scherpe toppen
- diepe dalen
- nog weinig afgesleten

Oude gebergten
- honderden miljoenen jaren oud.
- afgeronde, afgesleten toppen
- niet meer zoveel hoogteverschil

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Map

Pinnacles, Nieuw Zeeland.

Slide 8 - Map

Canadian Rockies, Canada

Slide 9 - Map

Zuid-Afrika

Slide 10 - Map

Italië: Dolomieten
Laagvlakten
De rivier heeft grind, zand en klei mee genomen uit de bergen. Legt dit bij zee in het vlakke gebied neer omdat in een vlak gebied de rivier langzamer stroomt. 
De rivier heeft dan geen kracht meer om het grind/zand/klei mee te sleuren.

eerst legt de rivier grind neer. 
Grind is namelijk het zwaarst. Als de rivier iets langzamer gaat stromen wordt dit dus als eerst neergelegd.
1
Vervolgens legt de rivier zand neer.
Zand is kleiner en dus lichter.
De rivier moet dus een stuk langzamer stromen om niet sterk genoeg meer te zijn om het zand mee te sleuren. 
Het zand zakt dan naar de bodem en blijft daar liggen.
2
Klei is het aller lichtst. Als je 1 kleideeltjes bekijkt is het nog veel kleiner dan een zandkorrel. 
Pas als het rivierwater (bijna) helemaal stil staat gaat het klei naar de bodem zakken. Dit ligt dus het meest dicht bij zee.
3

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

weektaak (af voor 7 feb)
Voor iedereen: Maak opdracht 1 t/m 5 van 1.1

Herhaling nodig?
Digitale leerstof herhaling bekijken + herhaalopdracht 1.1 maken

Kan je verdieping aan?
Box 1a maken (online, bij 1.1 -> extra opgaven)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

afsluiting
Je kent de verschillen tussen een natuurlandschap en een ingericht landschap en tussen een jong en een oud gebergte.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Je kunt met de atlas bepalen of een gebied een gebergte of een laagvlakte is.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Je begrijpt hoe gebergten en laagvlakten ontstaan.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions