H1 paragraaf 1.1 Landschappen in soorten en maten

1 / 11
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 1
Landschappen

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Je kent de verschillen tussen een natuurlandschap e een ingericht landschap en tussen een jong en oud gebergte
  • Je begrijpt hoe gebergten en laagvlakten ontstaan
  • Je kunt met de atlas bepalen of een gebied een gebergte of een laagvlakte is 

Slide 3 - Slide

Natuurlandschap en ingericht landschap
  • Sinds de agrarische revolutie -> ingericht landschap (akkers, steden, wegen, kanalen, vliegvelden enz.)
  • Natuurlandschap (bossen, bergen, woestijnen, laagvlakten, rivieren en zeeën) 

Slide 4 - Slide

Gebergten
  • Hoe ontstaan gebergten?
  • Hooggebergten = gebieden met een hoogte van 1500 meter of meer boven zeeniveau  (Himalaya, Rocky Mountains, Andes) 
  • Jong gebergte
  • Oud gebergte

Slide 5 - Slide

Laagvlakte
  • Laagvlakte -> ontstaan door de werking van rivieren
  • Een rivier begint in een berg en komt uit in de zee
  • Neemt grind, zand en klei mee
  • Dit wordt in het vlakke gebied neergelegd -> zo ontstaan er een riviervlakte ook wel laagvlakte (gebied tot 500 meter boven zeeniveau)
  • De meeste laagvlakten vind je in de buurt van zeeën, meren en oceanen 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Welke berg is ouder?
A
B

Slide 8 - Quiz

Op welke afbeelding zie je een ingericht landschap?
A
B

Slide 9 - Quiz

Tot welke hoogte spreken we van een laagvlakte?
A
100 meter
B
200 meter
C
400 meter
D
500 meter

Slide 10 - Quiz

Aan de slag
Maak in de les de opdrachten van paragraaf 1.1
Volgende week geen lessen, je maakt dan thuis heel paragraaf 1.1 af.
Overleggen mag, zachtjes!

Slide 11 - Slide