This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
10.1 en 10.2 Elektriciteit
In 10.3 en 10.4 behandelen we magnetisme.
Slide 1 - Slide
10.1 Lading
Lading komt van elektronen (-) en protonen (+).
ter grootte van het elementair ladingsquantum e
e = 1,602.10-19 Coulomb (BINAS 7A)
Gelijke lading stoot elkaar af, ongelijke lading trekt elkaar aan.
Een geladen voorwerp en een neutraal voorwerp trekken elkaar aan, doordat het geladen voorwerp het neutrale voorwerp beïnvloed en het een + en - kant geeft (elektrostatische inductie).
Door twee voorwerpen tegen elkaar te wrijven kunnen er elektronen overspringen, waardoor beide voorwerpen geladen worden. Sommige stoffen geven graag elektronen af en andere stoffen ontvangen graag elektronen.
Slide 2 - Slide
10.1 Elektrische velden
Kracht tussen twee ladingen (Wet van Coulomb)
Kracht in een elektrisch veld
(Newton en parallellogram methoden komen hierbij terug)
Elektrisch veld weergeven met lijnen
(Oefen het tekenen van veldlijnen)
Slide 3 - Slide
Veldlijnen staan loodrecht op geleiders
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Alleen veldlijnen van verschillende bronnen kunnen elkaar kruisen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Wat bedoelen we met een 'proeflading'?
timer
1:00
Slide 6 - Open question
Wat is er fout in figuur 10.5?
timer
1:00
Slide 7 - Open question
10.2 Elektrische energie
Geladen deeltjes versnellen of vertragen:
de 'puntenmachine': q . U = ½ . m . v2
Dit sluit direct aan bij de energie eenheid eV = 1,60.10-19 J
Verband U en E: Bij U over kleine afstand is E sterk.
Eigenlijk geen lesstof E = U / Δx (BINAS 35D2)
Slide 8 - Slide
Op de vorige dia stond achter het bekende getal 1,60 . 10^-19 de eenheid 'Joule'
A
dat klopt, dat kan ik uitleggen
B
dat klopt, denk ik
C
dat moest Coulomb zijn
D
die natuurconstante heeft zelf geen eenheid
Slide 9 - Quiz
Opgave 9a
De puntenmachine aan het werk: q . U = ½ . m . v2
Met gegevens van het proton (BINAS 7) en de lichtsnelheid:
Invullen 1,60.10-19 . U = ½ . 1,67.10-27 . (3,00.108)2
Geeft U = 4,70.108 V = 470 MV ('honderden miljoenen Volt')
Zoals bovenaan pagina 136 wordt verteld is dit praktisch niet haalbaar in één stap, maar wel in meerdere stappen.
Slide 10 - Slide
Deeltjesversneller (zie video opgave 15)
Tussen opeenvolgende buizen staat een spanning.
Deeltjes worden versneld tussen de buizen.
In de buizen is geen veld en blijft de snelheid constant.
De buis waar het deeltje naar toe gaat trekt aan.
Om te zorgen dat als het deeltje die buis uit gaat deze buis afstoot wordt de spanning steeds omgekeerd: wisselspanning.
Slide 11 - Slide
Opgave 9b
Tussen opeenvolgende buizen staat een spanning.
Deeltjes worden versneld tussen de buizen.
In de buizen is geen veld en blijft de snelheid constant.
De buis waar het deeltje naar toe gaat trekt aan.
Zodra het deeltje die buis uit gaat, moet die buis het deeltje afstoten
Daarom wordt de spanning steeds omgekeerd: wisselspanning PQ.
Slide 12 - Slide
Opgave 9b
Het deeltje in buis 8 heeft 7 keer q.U aan energie gekregen
ΔEkin = 7 . q . U
ΔEkin = 7 . 1,60.10-19 . 20.103 J = 2,24.10-14 J
ΔEkin = 2,24.10-14 / 1,60.10-19 = 1,40.105 eV
Handiger is echt werken met eV:
ΔEkin = 7 . 1e . 20.103V = 1,40.105eV
ΔEkin = 0,14 MeV
Slide 13 - Slide
Opgave 11
Zie video uitleg
Slide 14 - Slide
Opgave 12a,b
In een geleider (in het materiaal) blijven elektronen bewegen totdat er geen veld meer is (E = 0 N/C).
In een ruimte die geheel is omsloten door een geleider kan geen veld(lijn) zijn: de lijn mag niet door de geleider heen.
12a. We zien dat een elektron binnen een straal van 5,0 cm geen extra (kinetische) energie krijgt.
12b. Buiten de bol (r > 5,0 cm) neem Eel af ten gunste van Ekin. (energiebehoud)
Slide 15 - Slide
Opgave 12c,d,e
12c. Dit soort vragen komen vaak voor! De stippellijn is de totale energie die gelijk blijft.
12d. Alweer die puntenmachine: JA, weer:
q . U = ½ . m . v2
6,3 eV = ½ . 9,11.10-31 . v2
Geeft v = 1,5.106 m/s
12e. Theoretisch legt het elektron een oneindig lange weg af en loopt een grote kans daarbij tegen een ander deeltje aan te botsen.