8. Momenten en de hefboomwet

Momenten en de hefboomwet
havo 4 hoofdstuk 4.5
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Momenten en de hefboomwet
havo 4 hoofdstuk 4.5

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Waarom lukt het de puppy's uiteindelijk om de wip te laten kantelen?

Slide 3 - Open question

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan ik:
1. de volgende begrippen beschrijven en toepassen: draaipunt, arm, moment, draaiing, hefboom
Beschrijven welk verband er is tussen het moment van de kracht op een voorwerp en de verandering van de draaisnelheid.
3./Uitleggen wanneer er in welke richting om een voorwerp als gevolg van een kracht gaat draaien
4. De arm van een kracht construeren bij een gegeven draaipunt en werklijn van de kracht:
5.Berekeningen maken en redeneren met de formule voor het moment van een kracht: 
M=Fr

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
6. Uitleggen dat een object in rust voldoet aan de eerste wet van Newton en de hefboomwet
7. Berekeningen maken en beredeneren met de formule voor de hefboomwet:

Slide 5 - Slide

Momenten
De zwaartekracht op een wip creëert een moment. 
Een moment draait om een draaipunt. 
Het moment kan een draaiing veroorzaken.

Draaipunt
Draaiing
Kracht

Slide 6 - Slide

Momenten
De afstand tussen de kracht en het draaipunt, gemeten loodrecht op de werklijn van de kracht, is de arm.
Kracht
Arm

Slide 7 - Slide

De arm
De arm is dus niet de afstand van het aangrijpingspunt van de kracht naar het draaipunt!


Slide 8 - Slide

Maak voorbeeldopdracht 9 op pagina 154

Slide 9 - Slide

Iets optillen
Iets laten hangen

Slide 10 - Slide

Iets optillen
Iets laten hangen

Slide 11 - Slide

Bedenk zelf nog twee voorbeelden van situaties waar momenten voorkomen.

Slide 12 - Open question

Moment uitrekenen
Het moment kan je uitrekenen met de volgende formule:

Oefening:
Pjotr duwt met 30 N op de trapper van zijn fiets. Op een gegeven moment is de arm van de kracht 15 cm. Bereken de grootte van het moment.

Slide 13 - Slide

Maak opdracht 26 uit je boek. Wat is de juiste volgorde? (van klein naar groot)
A
ABC
B
CBA
C
CAB
D
BCA

Slide 14 - Quiz

Maak opdracht 27 op pagina 155 van je boek. 

Slide 15 - Slide

Hefboomwet
In het filmpje aan het begin gaat de wip pas bewegen als de totale massa aan de linkerkant een bepaalde hoeveelheid heeft bereikt. 

Slide 16 - Slide

Hefboomwet
Dit noemen we de hefboomwet:
Er is sprake van evenwicht als de momenten aan beide kanten van het draaipunt even groot zijn:

M1=M2

Slide 17 - Slide

Hefboomwet
Dus in het filmpje is in de eerste situatie het moment dat de vader maakt groter. Pas als de laatste puppy er bij klimt wordt het moment groter. 

Slide 18 - Slide

Waarom draait de wip nu nog niet naar links?

Slide 19 - Slide

Waarom draait de wip pas naar links als de laatste puppy aan het einde van de wip is?

Slide 20 - Open question

Hefboomwet
Een moment wordt groter als de arm groter wordt. 

Dus pas als de pup aan het einde is, is het moment maximaal (zo groot mogelijk). En dus groot genoeg om het moment van de vader op te heffen. 
M=Fr

Slide 21 - Slide

Zet de woorden op de juiste plek
Draaipunt
Werkende kracht
Tegenwerkende kracht

Slide 22 - Drag question

Leg met behulp van de hefboomwet uit of het makkelijker is een tak door te knippen als je de tak op positie 1 of op positie 2 houdt. 
Positie 1
Positie 2

Slide 23 - Slide

Leg met behulp van de hefboomwet uit of het makkelijker is een tak door te knippen als je de tak op positie 1 of op positie 2 houdt.
A
Positie 1
B
Positie 2

Slide 24 - Quiz

Leg met behulp van de hefboomwet uit of het makkelijker is een tak door te knippen als je de kracht op positie 1 of op positie 2 zet. 
Positie 1
Positie 2

Slide 25 - Slide

Leg met behulp van de hefboomwet uit of het makkelijker is een tak door te knippen als je de kracht op positie 1 of op positie 2 zet.
A
Positie 1
B
Positie 2

Slide 26 - Quiz

Oefenen
Maak voorbeeldopgave 11 op pagina 160

Maak voorbeeldopgave 12 op pagina 162

Slide 27 - Slide