Koppelteken en weglatingsstreepje

Spelling h3
koppelteken en weglatingsstreepje
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Spelling h3
koppelteken en weglatingsstreepje

Slide 1 - Slide

Waarom is spelling belangrijk?
Lees de tekst. 

Slide 2 - Slide

Vind jij spelling belangrijk? Waarom wel / niet?

Slide 3 - Open question

Het koppelteken en weglatingsstreepje
-

Slide 4 - Slide

Welk woord is goed gespeld?
A
kantenklaarpakket
B
kant en klaar pakket
C
kant-en-klaarpakket
D
kant- en klaarpakket

Slide 5 - Quiz

Wanneer gebruik je een koppelteken?
- in samenkoppelingen die anders overzichtelijk worden (kant-en-klaarpakket)
- in samenstellingen met botsende klinkers (na-apen)
- bij letters, cijfers, andere tekens, afkortingen en St of Sint 
(A4-formaat, Sint-Maarten)
Afkortingen die je als woord uitspreekt (pin), krijgen geen koppelteken --> pinautomaat, havodiploma

Slide 6 - Slide

Wanneer gebruik je een koppelteken?
- bij aardrijkskundige namen (Noord-Brabant)
- in woorden met de voorvoegsels aspirant-, oud-, ex-, adjunct-, bijna-, kandidaat-, leerling-, niet-, non-
- Als het tweede deel van de samenstelling een hoofdletter heeft (pro-Amerikaans).
- in samenstellingen van twee gelijkwaardige woorden 
(ham-kaascroissant)

Slide 7 - Slide

Welke woorden zijn goed gespeld?
A
Midden-Amerika
B
tbc patiënt
C
radio-omroep
D
autoonderdelen

Slide 8 - Quiz

Welke woorden zijn goed gespeld?
A
Nieuw Zeeland
B
secretaris-generaal
C
oud-burgemeester
D
staakthetvuren

Slide 9 - Quiz

Welke woorden zijn goed gespeld?
A
sms-en
B
branche-indeling
C
zwartwit
D
koffieautomaat

Slide 10 - Quiz

het weglatingsstreepje
Als je een deel van een woord weglaat.

in- en uitvoer (invoer en uitvoer)
rode en witte rozen (aparte woorden)



Slide 11 - Slide

Pas het weglatingsstreepje toe:
televisiefilms en televisiedocumentaires

Slide 12 - Open question

Snap je hoe je een koppelteken en weglatingsstreepje moet gebruiken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Oefenen!
Maak opdr. 1 t/m 4 (spelling H3)

Slide 14 - Slide