H2 - week 37 - Les 2 - spelling H2 en H3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

Nederlands

Mevrouw Takken, TNL

[e-mail]

Ma, di, wo, do, vrij

- Stillezen

- Terugkijken vorige les

- Spelling H2 herhalen

- Spelling H3

Planning deze les:

- Je weet wanneer je een punt, komma, puntkomma of dubbele punt moet zetten. 

- Je kent de pijnpunten bij leenwoorden en je weet hoe je de moeilijke moet schrijven

- Je wanneer je een koppelteken en weglatingsstreepje zet

Doel van de les

Stillezen

Spelling H2

Welk woord is goed gespeld?

1. stageair
2. stagiair

Welk woord is goed gespeld?

1. niveau
2. nivo

Welk woord is goed gespeld?

1. Faillissement
2. Fallissement

Welk woord is goed gespeld?

1. Late night show
2. Latenight show
3. latenightshow

Welk woord is goed gespeld?

1. makeup
2. make-up
3. make up

Koppelteken en weglatingsstreepje

Je maakt aantekeningen in je schrift bij deze uitleg. 

Spelling H3

Dit gebruik je in samenstellingen (twee of meer woorden die samen een nieuw woord vormen). 

Dat doe je op de volgende momenten: 

Koppelteken

Dat doe je op de volgende momenten: 

1. in samenkoppelingen, die anders onoverzichtelijk worden:

– kant-en-klaarpakket, doe-het-zelver;

Koppelteken

Dit zijn dus woorden die bij elkaar horen. Als je ze los zou schrijven, krijg je twee losse dingen en dat wil je niet.

Dat doe je op de volgende momenten: 

2.  In samenstellingen tussen klinkers die je ook samen kunt uitspreken, de zogenaamde ‘botsende klinkers’, zoals: aa, ai, au, ii, oe, oo, ou, ui:

– radio-uitzending, na-apen, havo-opleiding 

(maar: cameraopstelling, miniuitvoering);

Koppelteken

Dat doe je op de volgende momenten:

3.  bij letters, cijfers, andere tekens, afkortingen en St of Sint:

– S-bocht, A4-formaat, @-teken, Sint-Maarten 

(maar als je een afkorting zonder hoofdletters als woord uitspreekt, komt er geen koppelteken: havodiploma, viproom, pinautomaat);

Koppelteken

Dat doe je op de volgende momenten:

4. bij aardrijkskundige namen of woorden die daarvan afgeleid zijn:

– Zuid-Spanje, Noord-Afrikaan;

Koppelteken

Dat doe je op de volgende momenten:

5. in woorden met de voorvoegsels adjunct-, aspirant-, bijna-, ex-, interim-, kandidaat-, leerling-, niet-, non-, oud-:

– leerling-verpleegster, ex-roker, oud-voorzitter;

Koppelteken

Dat doe je op de volgende momenten:

6. als het tweede deel van de samenstelling een hoofdletter heeft:

– on-Hollands, pro-Amerikaans;

Koppelteken

Dat doe je op de volgende momenten:

•• in samenstellingen van twee gelijkwaardige woorden:

– zwart-wit, hotel-restaurant.

Koppelteken

Wat is het verschil:

geletruidrager

gele truidrager

Weglatingsstreepje

gele trui

Weglatingsstreepje

Ik kan dinsdagmiddag en woensdagmiddag

Ik kan dinsdag en woensdagmiddag of

Ik kan dinsdag- en woensdagmiddag?

Grote kinderen en kleine kinderen

grote en kleine kinderen 

Weglatingsstreepje

Deel van een woord weg = streepje plaatsen

Ik kan dinsdag- en woensdagmiddag

Hele woord weg = hele woord weg

grote en kleine kinderen 

Weglatingsstreepje

Wat:

Spelling H2 (Leenwoorden) - hele leerlijn

Spelling H3 (koppelteken en weglatingsstreepje) - hele leerlijn

Wanneer:

Einde van de week 

Aan de slag:

Voor de les:

- Je hebt een leesboek uitgezocht en je hebt het bij je.

In de les:

Je kunt verder werken met je leerlijn spelling H2 en 3

uitleg Spelling H3 (koppelteken/weglatingsstreepje)

Volgende les: