Kapitel 1 week 35


Herzlich Wilkommen!!


1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


Herzlich Wilkommen!!


Slide 1 - Slide

Erste Stunde, Woche 35
0. Alle da? (absenties)
1. Rückblick auf letzte Stunde (Zahlen 1-20)
2. Lernziele dieser Woche + planner
3. Sehen (Seite 16)
4. Wortschatz
5. Abschluss der Stunde

Slide 2 - Slide

Leerdoelen week 35
  • Je kunt een kort filmpje in het Duits begrijpen.
  • Je kunt eerste woorden gebruiken.
  • Je kunt een kort gesprek voeren.
  • Je kunt eenvoudige teksten over personen begrijpen.
  • Je kunt het persoonlijk voornaamwoord en het werkwoord sein gebruiken.

Slide 3 - Slide

Zweite Stunde, Woche 35
0. Alle da? (absenties)
1. Rückblick auf letzte Stunde 
2. Lernziele dieser Woche
3. Lesen (Seite 20-21)
4. Grammatik 'Sein' (Seite 22)
5. Abschluss der Stunde

Slide 4 - Slide

Leerdoelen week 35
  • Je kunt een kort filmpje in het Duits begrijpen.
  • Je kunt eerste woorden gebruiken.
  • Je kunt een kort gesprek voeren.
  • Je kunt eenvoudige teksten over personen begrijpen.
  • Je kunt het persoonlijk voornaamwoord en het werkwoord sein gebruiken.

Slide 5 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord
ik                              ich
jij                              du
hij/zij/het              er / sie / es
---------------------------------------
wij                            wir
jullie                         ihr
zij/u                          sie / Sie

Slide 6 - Slide

werkwoord 'sein' = zijn
enkelvoud:

ich bin                  ik ben
du bist                  jij bent
er / Tom ist          hij is
sie / Kirsten ist    zij is
es / das Kind ist  het  is
meervoud:

wir sind           wij zijn
ihr seid            jullie zijn
sie sind            zij zijn
beleefdheidsvorm:
Sie sind            u bent
Ich bin gewesen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Deutschland
Video: klik hier

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Dritte Stunde, Woche 35
0. Alle da? (absenties)
1. Rückblick auf letzte Stunde 
2. Rechnen mit zahlen 1-20
3. Grammatik 'Sein' (maken blz. 176-177, Aufgabe 2+ 4a +b)
4. Logo
5. Abschluss der Stunde/Lernziele dieser Woche

Slide 11 - Slide

Rechnen zahlen 1-20
1. Schrijf 5 rekensommen op. De gebruikte getallen en uitkomsten mogen niet hoger zijn dan 20. Laat ze niet zien aan je medeleerling.
Bijvoorbeeld: 6+8=14  of 3x4=12

2. Werk in tweetallen. Zo zeg je de rekentekens in het Duits:
+ plus      x mal      - minus     / geteilt durch   = ist (gleich)

3. Geef elkaar om de beurt een rekensom op in het Duits. De een stelt de vraag, de ander geeft antwoord. Let op de uitspraak.
Bijvoorbeeld: Wie viel ist sechs plus acht? Sechs plus acht ist vierzehn.

Slide 12 - Slide

Antworten Aufgabe 2, Seite 176
1 Bist du Nena?
2 Wir sind in der Schweiz.
3 Sie ist meine Freundin.
4 Er ist nach Berlin geflogen.
5 Seid ihr beide dreizehn Jahre alt?
6 Sind Sie Österreicherin, Frau Meyer?
7 Ich bin sehr interessiert an dem Buch.
8 Heute ist es so weit: Die WM beginnt!

Slide 13 - Slide

Antworten Aufgabe 4, Seite 177
1 Wie alt bist du?
2 Wie alt ist er?
3 Wie alt ist Elke?
4 Wie alt seid ihr?
5 Wie alt sind Norbert und Thomas?
6 Wie alt sind Sie?



1 Ich bin zwölf Jahre alt.
2 Er ist fünf Jahre alt.
3 Sie ist siebzehn Jahre alt.
4 Wir sind neun Jahre alt.
5 Sie sind elf Jahre alt.
6 Ich bin zwanzig Jahre alt.


Slide 14 - Slide

Leerdoelen week 35
  • Je kunt een kort filmpje in het Duits begrijpen.
  • Je kunt eerste woorden gebruiken.
  • Je kunt een kort gesprek voeren.
  • Je kunt eenvoudige teksten over personen begrijpen.
  • Je kunt het persoonlijk voornaamwoord en het werkwoord sein gebruiken.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide