Verben

Werkwoorden vervoegen
Präsens (tt)
De meeste Duitse ww kun je volgens de Feesttenten, Friettenten
Feesteten eten regels vervoegen. Wat dit precies inhoudt kom je bij de volgende dia's achter. Feesteten eten regel (leer je volgend jaar). 

Schrijf de uitleg (witte dia's) in je schrift!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Werkwoorden vervoegen
Präsens (tt)
De meeste Duitse ww kun je volgens de Feesttenten, Friettenten
Feesteten eten regels vervoegen. Wat dit precies inhoudt kom je bij de volgende dia's achter. Feesteten eten regel (leer je volgend jaar). 

Schrijf de uitleg (witte dia's) in je schrift!

Slide 1 - Slide

Stam maken
Algemeen: 
Om ww te kunnen vervoegen moet je eerste een stam maken. 
Stam maken: ww - (e)n

Meestal haal je en eraf, soms heb je een ww met alleen een n zoals bijvoorbeeld rodeln, dan haal je er alleen een n af. 


Slide 2 - Slide

Stam maken
Maak van de volgende ww een stam: 
- machen
- heißen
- tanzen 
- schwimmen
- tun


Slide 3 - Slide

De vervoeging
(feesttenten)
ich stam + e
du stam + st
er/sie/es stam + t
wir stam + en (hele ww)
ihr stam + t
sie/Sie stam + en (hele ww)
Waarom nu feesttenten? Als je alle uitgangen achter elkaar plakt en je zet er Fe voor staat er: feesttenten!

Slide 4 - Slide

De vervoeging
(feesttenten)
Vervoeg maar eens het ww machen. 

Slide 5 - Slide

De vervoeging
(feesttenten)
Antwoord
stam = mach
ich mache 
du machst
er/sie/es macht
wir machen
ihr macht
sie/Sie machen
Had je het goed? 

Slide 6 - Slide

De vervoeging
(feesttenten)
ich stam + e
du stam + st
er/sie/es stam + t
wir stam + en (hele ww)
ihr stam + t
sie/Sie stam + en (hele ww)
Waarom nu feesttenten? Als je alle uitgangen achter elkaar plakt en je zet er Fe voor staat er: feesttenten!

Slide 7 - Slide

De vervoeging
(friettenten)
Friettenten
(stam eindigt op een s-klank s, x, z, ß)

ich stam + e
du stam + t
er/sie/es stam + t
wir stam + en (hele ww)
ihr stam + t
sie/Sie stam + en (hele ww)

Slide 8 - Slide

De vervoeging
(friettenten)
Als je voor de uitgangen Fri plaatst krijg je dus friettenten!


Slide 9 - Slide

De vervoeging
(friettenten)
Vervoeg maar eens het ww heißen. 


Slide 10 - Slide

De vervoeging
(friettenten)
stam = heiß
ich heiße
du heißt
er/sie/es heißt
wir heißen 
ihr heißt
sie/Sie heißen

Had je het goed? 

Slide 11 - Slide

Het verschil in uitgangen
ich
e
e
du
st
t
er/sie/es
t
t
wir
en
en
ihr
t
t
sie/Sie
en
en

Slide 12 - Slide

ww met alleen een n
Let op bij ww met alleen een n! Want als je bij het maken van een stam er alleen een n afhaalt, dan plaats je bij wir en bij sie/Sie ook alleen een n terug (hele ww), dus:
rodeln: stam = rodel
wir rodeln
sie/Sie rodeln

Hier kun je feesttenten niet toepassen!

Slide 13 - Slide

machen
du.....
A
mache
B
macht
C
machst
D
machen

Slide 14 - Quiz

tragen
ich.....
A
trage
B
tragt
C
tragst
D
tragen

Slide 15 - Quiz

tanzen
sie (enk)....
A
tanzt
B
tanze
C
tanzen
D
tanzst

Slide 16 - Quiz

tun
er....
A
tue
B
tust
C
tun
D
tut

Slide 17 - Quiz

heißen
du
A
heiße
B
heißst
C
heist
D
heißen

Slide 18 - Quiz

tun
ich....
A
tue
B
tust
C
tun
D
tut

Slide 19 - Quiz