This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Werkwoorden vervoegen
Präsens (tt)
De meeste Duitse ww kun je volgens de Feesttenten, Friettenten
Feesteten eten regels vervoegen. Wat dit precies inhoudt kom je bij de volgende dia's achter.
Schrijf de uitleg (witte dia's) in je schrift!
Slide 2 - Slide
Stam maken
Algemeen:
Om ww te kunnen vervoegen moet je eerste een stam maken.
Stam maken: ww - (e)n
Meestal haal je en eraf, soms heb je een ww met alleen een n zoals bijvoorbeeld rodeln, dan haal je er alleen een n af.
Slide 3 - Slide
Stam maken
Maak van de volgende ww een stam:
- machen
- heißen
- tanzen
- schwimmen
- tun
Slide 4 - Slide
De vervoeging
(feesttenten)
f
e
ich stam + e
du stam + st
er/sie/es stam + t
wir stam + en
ihr stam + t
sie/Sie stam + en
Slide 5 - Slide
De vervoeging
(feesttenten)
Waarom nu feesttenten?
Als je alle uitgangen achter elkaar plakt en je zet er Fe voor staat er: feesttenten!
Vervoeg maar eens het ww machen.
Slide 6 - Slide
De vervoeging
(feesttenten)
stam = mach
ich mache
du machst
er/sie/es macht
wir machen
ihr macht
sie/Sie machen
Had je het goed?
Slide 7 - Slide
De vervoeging
(friettenten)
Friettenten
(stam eindigt op een s-klank s, x, z, ß)
ich stam + e
du stam + t
er/sie/es stam + t
wir stam + en (hele ww)
ihr stam + t
sie/Sie stam + en (hele ww)
Slide 8 - Slide
De vervoeging
(friettenten)
Als je voor de uitgangen Fri plaatst krijg je dus friettenten!
Slide 9 - Slide
De vervoeging
(friettenten)
Vervoeg maar eens het ww heißen.
Slide 10 - Slide
De vervoeging
(friettenten)
stam = heiß
ich heiße
du heißt
er/sie/es heißt
wir heißen
ihr heißt
sie/Sie heißen
Had je het goed?
Slide 11 - Slide
Het verschil in uitgangen
ich
e
e
du
st
t
er/sie/es
t
t
wir
en
en
ihr
t
t
sie/Sie
en
en
Slide 12 - Slide
Stam op d/t (of m/n)
(schrijf op)
Eindigt een stam op d of t, dan pas je altijd de feesteten eten regel toe.
Slide 13 - Slide
Stam op d/t (of m/n)
(schrijf op)
Eindigt een stam op d of t, dan beginnen alle uitgangen met een e. Dit betekent dat er een extra e tussen de stam en de uitgang komt bij du, er/sie/es/man en bij ihr.
Slide 14 - Slide
De vervoeging
(feesteten eten)
ich stam + e
du stam + est
er/sie/es/man stam + et
wir stam + en (hele ww)
ihr stam + et
sie/Sie stam + en (hele ww)
Waarom nu feesteten eten? Als je alle uitgangen achter elkaar plakt en je zet er F voor staat er: feesteten eten!
Slide 15 - Slide
De vervoeging
(feesteten eten)
Vervoeg maar eens het ww: reden.
Dus....
Ich rede
Du ......
Slide 16 - Slide
De vervoeging
(feesteten eten)
Antwoord
stam = red
ich rede
du redest
er/sie/es/man redet
wir reden
ihr redet
sie/Sie reden
Had je het goed?
Slide 17 - Slide
De vervoeging
(feesteten eten)
Vervoeg nu ook maar eens het ww: arbeiten.
Slide 18 - Slide
De vervoeging
(feesteten eten)
Antwoord
stam = arbeit
ich arbeite
du arbeitest
er/sie/es/man arbeitet
wir arbeiten
ihr arbeitet
sie/Sie arbeiten
Had je het goed?
Slide 19 - Slide
ww met alleen een n
Let op bij ww met alleen een n! Want als je bij het maken van een stam er alleen een n afhaalt, dan plaats je bij wir en bij sie/Sie ook alleen een n terug (hele ww), dus: