bij Lezen paragraaf 3.1 en 3.2 van NU Nederlands boek A
Leerdoelen
Ik herken informatieve teksten
Ik weet waarover de schrijver me wil informeren
Ik herken de opbouw van een instructieve tekst
Ik weet hoe ik een instructie moet gebruiken
Extra
De uitleg en voorbeelden bij paragraaf 3.1 en 3.2 vind je online en op bladzijde 79 en 88 van je Leerwerkboek A.
Slide 7 - Slide
Waarom moet je dit weten of kunnen?
Als professional binnen het domein Zorg en Welzijn krijg je dagelijks te maken met informatieve teksten en instructies. Uit een informatieve tekst moet je razendsnel de juiste informatie kunnen halen, en je moet er altijd rekening mee houden dat die informatie ieder moment kan veranderen. Instructies moet je verder zorgvuldig kunnen opvolgen.
Slide 8 - Slide
1. Vul aan: Een informatieve tekst...
A
bevat altijd één of meerdere meningen.
B
bevat veel feitelijke informatie.
C
heeft tot doel de lezer te overtuigen.
D
is over het algemeen erg onbetrouwbaar.
Slide 9 - Quiz
2. Wat is geen informatieve tekst?
A
Een folder van de Nederlandse Depressievereniging.
B
Een achtergrondartikel over de eenzame strijd van mannen met een depressie .
C
Een uitnodiging voor een lezing over een nieuw medicijn bij de behandeling van depressies.
D
Een nieuwsbericht over de toename van het aantal patiënten met een winterdepressie.
Slide 10 - Quiz
3. Depressie komt van alle psychische aandoeningen het meest voor. Het zijn vaker vrouwen dan mannen die eraan lijden. Maar iedereen kan er last van hebben, ongeacht leeftijd, opleiding of etnische afkomst. Zo’n vijf procent van de mensen in Nederland heeft jaarlijks een depressie. Maar het percentage dat ooit in het leven een depressie heeft, ligt vele malen hoger (bijna 19%) (Depressie Vereniging, 2019).
A
Dit fragment bevat alleen feiten.
De bron is betrouwbaar.
B
Dit fragment bevat vooral feiten.
De bron is betrouwbaar.
C
Dit fragment bevat weinig feiten.
De bron is onbetrouwbaar.
D
Dit fragment bevat geen feiten.
De bron is onbetrouwbaar.
Slide 11 - Quiz
4. Door lid te worden van de Depressie Vereniging voor 25 euro per jaar, profiteer je van het werk dat de vereniging voor jou doet.
Ook bieden wij jou mogelijkheid iets met anderen te delen en zijn er diverse mogelijkheden als vrijwilliger aan de slag te gaan. Want zonder vrijwilligers kunnen wij ons werk niet doen (Depressie Vereniging, 2019).
A
Het hoofddoel van deze tekst
is informeren.
B
Het hoofddoel van deze tekst
is instrueren.
C
Het hoofddoel van deze tekst
is overtuigen.
D
Het hoofddoel van deze tekst
is activeren.
Slide 12 - Quiz
5. Ga naar www.behandelplan.nl. Klik op de button 'Ik ben een zorgverlener'. Meld je vervolgens aan met je AGB-code. Je ontvangt je activatiecode binnen 5-7 dagen via de mail.
A
Het hoofddoel van deze tekst
is amuseren.
B
Het hoofddoel van deze tekst
is informeren.
C
Het hoofddoel van deze tekst
is instrueren.
D
Het hoofddoel van deze tekst
is overtuigen.
Slide 13 - Quiz
Aan het werk uit je boek
Lees eerst tekst 1 van H3.1
Maak dan vraag 1 t/m 8 van opdracht 1 van H3.1
Lees eerst tekst 1 van H3.2
Maak dan vraag 1 t/m 7 van opdracht 1 van H3.2
Meld je om 10:30 uur voor de (korte) nabespreking.
Aan het werk online
Maak 3F-Lezen 3.1 Extra opdracht 1 en 2
Controleer na iedere vraag je antwoord.
Heb je de opdracht afgerond, kijk dan naar je score.
Is die lager dan 60%? Maak de opdracht dan opnieuw!
Is je score 60% of hoger? Houd dan een pauze en meld je om 11:15 uur.
timer
45:00
Slide 14 - Slide
Antwoorden Opdracht 1 H3.1
bijwerkingen van medicijnen, of: het melden van bijwerkingen
B
Je ziet dit aan de opmaak in kolommen, de vele tussenkopjes en aan ‘Bijwerkingen? Melden! www.lareb.nl!’".
De tekst wil de lezers ook overhalen bijwerkingen te melden bij Lareb.
De tussenkoppen geven een korte samenvatting van de inhoud van het middenstuk, of: ze vertellen welke vraag in het volgend tekstgedeelte beantwoord wordt.
Als er maar enkele meldingen komen, kun je nog denken dat het toeval is. Bij meer meldingen weten ze zeker dat er echt iets aan de hand is.
Bij ernstige bijwerkingen, bij bijwerkingen bij nieuwe medicijnen, bij bijwerkingen bij kinderen; bij bijwerkingen die niet in de bijsluiter vermeld staan.
Meld bijwerkingen van medicijnen bij Lareb, of: Het is belangrijk bijwerkingen van medicijnen te melden bij de producent.
Slide 15 - Slide
Antwoorden Opdracht 1 H3.2
verslikking
Voorbeelden van goede kenmerken zijn: de informatie wordt stapsgewijs gegeven; de volgorde van de stappen is dwingend en de illustratie verduidelijkt de handeling.
informeren en instrueren
www.ehbo.nl
Ja, dat is belangrijk. Je wilt weten of de bron deskundig is op dit gebied. Je kunt je geen fouten veroorloven.
Nee, want deze informatie veroudert niet: wat 20 jaar geleden hielp, zal nu nog helpen.
stoot bij … borstkas hierbij
Slide 16 - Slide
MM
Maak de Oefentoets H1 en H2
Ga naar LessonUp
Maak de 22 vragen van de Oefentoets H1 en H2
Sla nooit een vraag over (een keuze is altijd beter dan geen keuze)
Druk na vraag 22 duidelijk op 'LEVER IN'.
Oh ja: geef geen antwoorden aan elkaar door via de app! Dat zie ik!
timer
15:00
Slide 17 - Slide
Lees de uitleg en bestudeer het voorbeeld
bij Lezen paragraaf 3.3 van NU Nederlands boek A
Leerdoelen
Ik ken de functie van infographics
Ik kan belangrijke informatie uit infographics halen
Extra
De uitleg bij paragraaf 3.3 en het voorbeeld vind je online en op bladzijde 70 van je Leerwerkboek A. In iedere paragraaf is de uitleg geel gekleurd.
Slide 18 - Slide
Waarom moet je dit weten of kunnen?
Steeds vaker worden informatieve teksten omgezet naar een infographic. Dat is fijn voor iedereen die in zijn of haar werkveld te maken heeft met (wettelijke) informatie, die snelt verandert. Voor professionals binnen het domein Zorg en Welzijn geldt dat zij op de hoogte moeten zijn én blijven van de meest actuele ontwikkelingen binnen hun werkveld.
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
1. Wat is het onderwerp van deze tekst?
A
Eenzaamheid
B
Aanpak eenzaamheid
C
Aanpak eenzaamheid
in het Westland
D
Eenzaamheid is twintig keer dodelijker dan roken.
Slide 21 - Quiz
2. Wat is het hoofddoel van de schrijver?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Activeren
Slide 22 - Quiz
3. Onder welke doelgroep is de eenzaamheid in het Westland procentueel gezien het grootst?
A
Kinderen in de leeftijd
van 6 t/m 12 jaar
B
Jongeren in de leeftijd
van 12 t/m 18 jaar
C
Volwassenen in de leeftijd
van 18 t/m 65 jaar
D
Ouderen in de leeftijd
vanaf 65 jaar
Slide 23 - Quiz
4. Wat is de doelstelling van deze campagne?
A
De eenzaamheid in het Westland
zoveel mogelijk onder de aandacht brengen.
B
De eenzaamheid in het Westland
zoveel mogelijk tegengaan.
C
De eenzaamheid in het Westland zoveel mogelijk tegengaan én voorkomen.
D
De eenzaamheid in het Westland zoveel mogelijk voorkomen.
Slide 24 - Quiz
5. Wat is het belangrijkste kenmerk van een infographic?
A
In een infographic staan meer afbeeldingen dan normaal.
B
In een infographic wordt het verhaal volledig verteld door afbeeldingen.
C
In een infographic is de tekst even belangrijk als de afbeeldingen.
D
In een infographic is de tekst niet belangrijk.
Slide 25 - Quiz
Aan het werk uit je boek
Lees de Examentekst van H3.3
Maak dan vraag 1 t/m 12 van de Examenopdracht van H3.3
Meld je om 12:30 uur voor de (korte) nabespreking.
Aan het werk online
Maak 3F-Lezen H3.3 Extra opdracht 2
Controleer na iedere vraag je antwoord.
Heb je de opdracht afgerond, kijk dan naar je score.
Is die lager dan 60%? Maak de opdracht dan opnieuw!
Is je score 60% of hoger? Meld je dan om 12:30 officieel af!
timer
45:00
Slide 26 - Slide
Herhalen leerdoelen H3
Ik herken informatieve teksten
Ik weet waarover de schrijver me wil informeren
Ik herken de opbouw van een instructieve tekst
Ik weet hoe ik een instructie moet gebruiken
Ik ken de functie van infographics
Ik kan belangrijke informatie uit infographics halen
Slide 27 - Slide
Als je nog vragen of opmerkingen hebt, kan je die hier kwijt.