ABR5 24.05.2024

Welkom!
24.05.2024
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AndersMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Welkom!
24.05.2024

Slide 1 - Slide

Planning
  • Terugblik 
  • 7.6
  • 7.7
  • Nieuws in makkelijke taal
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Terugblik
  • HW bespreken: 49,50,51,52,54
  • Vragen?

Slide 3 - Slide

7.6
  • Bekijk de tekst (blz. 263)
  • Wanneer gebruik je moeten?
  • Wanneer gebruik je mogen?
  • Wanneer gebruik je kunnen?
  • Na moeten/mogen/kunnen gebruik je vaak een 2e werkwoord
  • Dit 2e werkwoord is een heel werkwoord

Slide 4 - Slide

7.6
Welke soorten borden zijn er?
  • Gebod
  • Verbod
  • Waarschuwing
  • Andere pictogrammen (wc, brandblusser, nooduitgang...)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

7.6
  • Samen oefenen opdr. 57
  •  In 2/3tallen: maak opdr. 58, 59 en 60 (werkblad)
  • Bespreken

Slide 12 - Slide

7.6
  • Maak groepjes van 3/4 cursisten.
  • Loop door/rond de school. 
  • Ga op zoek naar borden. 
  • Schrijf op welke borden je ziet en wat ze betekenen. 
  • Maak foto's van de borden en zet ze in de groepsapp.
  • 30 minuten 
  • Bespreken

Slide 13 - Slide

7.7
  • Wanneer ga je niet werken?
  • Wanneer ga je niet naar school?
  • Wat doe je?  

Slide 14 - Slide

7.7
Nieuwe woorden:
zich ziek melden
Voorbeeld: Als je ziek bent en niet naar school kunt, meld je je ziek. 
verplicht
Voorbeeld: Als je in de auto zit, moet je verplicht een gordel om. 
aanwezig
Voorbeeld: De docent is ziek, hij is niet aanwezig op school. 
bereiken
Voorbeeld: Zet je telefoon aan, zo kunnen we je bereiken. 

Slide 15 - Slide

7.7
afwezig
Voorbeeld: Op donderdag werk ik niet. Ik ben dan op school afwezig.
geheim
Voorbeeld: Een surpriseparty is een geheim. De jarige mag het niet weten.
nadenken (over)
Voorbeeld: Over een moeilijke beslissing moet je goed nadenken. 
het loon
Voorbeeld: Elke maand betaalt jouw werkgever je loon. 

Slide 16 - Slide

7.7
schriftelijk
Voorbeeld: Je contract krijg je schriftelijk. Je contract staat op papier. 
aanvragen
Voorbeeld: Ik wil graag een nieuwe laptop. Deze moet ik via de ict-afdeling aanvragen.
overleggen
Voorbeeld: Ik wil graag vrij vragen. Dit moet ik met de werkgever overleggen. 
officieel
Voorbeeld: Een paspoort is een officieel document. 

Slide 17 - Slide

7.7
  • Samen lezen tekst (63)
  •  Maak opdr. 63
  • Bespreken
  • Werkblad 7.7

Slide 18 - Slide

7.7
  • Maak zelfstandig opdr. 64, 65 en 66
  • Bespreken

Slide 19 - Slide

7.7
  • Klassikaal opdr. 67/68

Slide 20 - Slide

7.7
  • In 2/3-tallen
  • Oefen het gesprek (opdr. 69)
  • Werkblad 7.7b/7.7c

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Afsluiting
  • Vragen?
  • Fijn weekend! 

Slide 23 - Slide