ABR5 12.04.2024

Welkom!
12.04.2024
1 / 13
next
Slide 1: Slide
AndersMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Welkom!
12.04.2024

Slide 1 - Slide

Planning
- Toets
- Start H6
- 6.1
- 6.2
- Afsluiting

Slide 2 - Slide

Vragen?

Slide 3 - Slide

Start H6
  • Wat is het onderwerp, denk je? 
  • Wat weet je al?
  • Welk werk heb je gedaan/doe je nu?
  • Hoe kun je werk zoeken, denk je?

Slide 4 - Slide

6.1
Nieuwe woorden:
  • de vacature, de vacatures
  • Voorbeeld: Als je werk zoekt, kun je reageren op vacatures. 
  • solliciteren
  • Voorbeeld: Als je wilt werken, moet je solliciteren. 
  • de werkgever 
  • Voorbeeld: Een werkgever biedt werk aan. 
  • functie
  • Voorbeeld: Een functie van een docent is bijvoorbeeld lesgeven.
  • de persoon
  • Voorbeeld: Een voorbeeld van een persoon is een actieve persoon.

Slide 5 - Slide

6.1
  • de kennis, de kennissen
  • Voorbeeld: Als je veel kennissen hebt, ken je veel mensen. 
  • de werknemer 
  • Voorbeeld: De werknemer werkt al 25 jaar bij ROC van Twente.
  • het voordeel
  • Voorbeeld: Het voordeel van met het OV reizen, is dat het duurzaam is. 
  • tijdelijk

  • Voorbeeld: Een tijdelijk contract is geen permanent contract. Het duurt een bepaalde tijd.
  • het contract
  • Voorbeeld: Als je les gaat krijgen op school, moet je een contract ondertekenen

Slide 6 - Slide

6.1
  • het nadeel
  • Het nadeel van met het OV reizen, is dat je soms vertraging hebt. 
  • de sollicitatiebrief
  • Als je gaat solliciteren, moet je eerst een sollicitatiebrief sturen. 
  • bewaren
  • Belangrijke brieven moet je goed bewaren. 
  • interesse hebben (in)
  • Als je interesse hebt in een woning, kun je de woning bekijken. 

Slide 7 - Slide

6.1
  • Samen tekst lezen 
  • Welk kopje hoort waar? (opdr. 2) 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

6.1
  • Maak zelfstandig opdr. 3, 4,  5 & 6
  • Bespreken

Slide 10 - Slide

6.1
  • Klassikaal: 7 & 8 & 9 
  • Maak in tweetallen opdr. 10. 
  • Bespreken

Slide 11 - Slide

6.2
  • Herhalen werkwoorden in de tegenwoordige tijd 
  • Samen: opdr. 12
  • Zelf: opdr. 13, 14 & 15
  • Bespreken

Slide 12 - Slide

Afsluiting
- Vragen?

Slide 13 - Slide