Theorieles blok 2.7 - les 1

Theorieles Specifiek
Blok 2.7 - Les 1
1 / 28
next
Slide 1: Slide
tandartsassistentMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Theorieles Specifiek
Blok 2.7 - Les 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze les
  • Welkom
  • Eindopdracht
  • Leerdoelen
  • Voorkennis
  • Theorie
  • Vragen
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Eindopdracht
Telefoonkaart over drie casussen 
In groepjes van max. drie
Lees opdracht in themakaart goed!





Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Je gaat drie telefoonkaarten maken. Eén gaat over zwelling van de kaak, één over een beperkte mondopening en de laatste over een losse tand of kies. Gebruik bij deze opdracht de instructie, zie kader hieronder.
Werk in groepjes van maximaal drie (meer personen zijn niet toegestaan, minder wel) en verdeel de werkzaamheden. Maak eerst voorlopige ontwerpen en vraag daarop feedback aan een ander groepje uit je klas. Verwerk de feedback in de definitieve versies van de telefoonkaarten.
Aan het begin van iedere telefoonkaart geef je een korte inleiding waarin je het betreffende probleem uitlegt.
Gebruik de informatie die je kunt vinden in de boeken (Tandheelkundige kennis voor tandartsassistenten en Praktische vaardigheden voor tandartsassistenten) of het internet (let dan wel goed op de authenticiteit van de informatie).



Je gaat drie telefoonkaarten maken. Eén gaat over zwelling van de kaak, één over een beperkte mondopening en de laatste over een losse tand of kies. Gebruik bij deze opdracht de instructie, zie opdracht.
Het telefoongesprek met een patiënt met een pijnklacht valt in drie fases te verdelen: intake (fase 1), triage (fase 2) en advies (fase 3). Zie opdracht.
Groepjes max 3 pers: verdeel de werkzaamheden. Maak eerst voorlopige ontwerpen en vraag daarop feedback aan een ander groepje uit je klas. Verwerk de feedback in de definitieve versies van de telefoonkaarten.

Aan het begin van iedere telefoonkaart geef je een korte inleiding waarin je het betreffende probleem uitlegt.

Gebruik de informatie die je kunt vinden in de boeken (Tandheelkundige kennis voor tandartsassistenten en Praktische vaardigheden voor tandartsassistenten) of het internet (let dan wel goed op de authenticiteit van de informatie).

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorkennis testen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bij een extractie kan een wortel afbreken. Hoe verwijder je deze?

Slide 6 - Open question

Dmv een worteltang of hevel

Wat als het verwijderen met een worteltang of hevel niet lukt?
A
Dan probeer je het met een excochleator (fijn en langwerpig werkblad, waarmee je dieper in de alveole kunt)
B
Dan laat je de wortel zitten in de hoop dat deze vanzelf naar boven komt. De patiënt komt na twee weken terug.
C
Dan stuur je de patiënt door naar de kaakchirurg
D
Dan verwijder je deze middels een mucoperiostale opklap

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat houdt een antrumperforatie in?
A
Na een extractie moet je de blaassnuitproef doen
B
Een gat in de sinus mandibularis
C
Een gat in de bovenkaak t.p.v. de P's en de M's
D
Een gat in het antrum

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Noem een ander woord voor antrumperofatie?
A
Gat in de bodem van de sinus mandibularis
B
Gat in de bodem van de sinus maxillaris
C
Gat in de sinus apicalis
D
Gat in de cavum nasi

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Een antrumperforatie moet altijd z.s.m. gebeuren. Dit wordt vaak gedaan door een MKA-chirurg. Wat als dit niet gedaan wordt?
A
Dan kan antrumperforitis ontstaan
B
Dan kan een neusholteontsteking ontstaan
C
Dan kan sinisitis ontstaan
D
Dan kan er alveolitis ontstaan

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan een antrumperforatie voorkomen worden?
A
Door röntgenfoto's te maken
B
Door de molaar te splitsen.
C
Door onderzoek te doen naar de lengte van de wortels
D
Door niet meteen voor een extractie te kiezen maar eerst een endo o.i.d. te doen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een trismus?
A
Een ontsteking aan het kaakbot
B
Een ontsteking van de alveole
C
Het moeilijk kunnen openen van de mond
D
Een hevige en langdurige bloeding uit de wond

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke aandoening hoort bij de volgende omschrijving?
"De patiënt heeft hevige pijn die uitstraalt naar het oor of de basis van de onderkaak"
A
Trismus
B
Alveolitis
C
Pericoronitis
D
Peri-alveolitis

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen les 1
Aan het eind van deze les kun je:
  • beschrijven wat een odontogene ontsteking is, welke odontogene ontstekingen er zijn, wat de therapie hiervan is, welke ingrepen hierbij horen en of geneesmiddelen je t.b.v. deze ontstekingen voorschrijft


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Odontogene ontsteking
Veroorzaakt door micro-organismen in en rond 
gebitselementen


Soorten:
  • Periapicale ontsteking: afgestorven pulpa/slecht uitgevoerde endo
  • Parodontitis: in pocket rond element
  • Pericoronitis: bacteriën onder tandvlees bij doorbrekend element
  • Alveolitis: aan wanden tandkas na extractie

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Therapie
Doel:
Ontsteking behandelen om deze weg te nemen en problemen in toekomst voorkomen.
 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Kleine ingrepen bij odontogene ontsteking

Soms is chirurgische ingreep nodig:
  • Apexresectie: behandeld in blok 1.6
  • Abcesincisie: zie volgende dia’s

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Abces 
Met pus gevulde holte: geeft druk op het bot en 
lost bot op

Twee fases in ontwikkeling van abces:

Fase 1 
Subperiostaal abces: abces is nog niet door bot heen gebroken, drukt tegen periost (= stevig en erg gevoelig). Zeer pijnlijk!



Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Abces
Fase 2 
- Submuceus abces: abces is door periost gebroken, zit onder mucosa.
- Subcutaan abces: in de huid

Druk is eraf, dus minder pijnlijk. 
Ontstaat een zwelling.



Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Herkennen abces
Herkenbaar door fluctuatie
Golvend gevoel bij palpatie (drukken)
Door pus onderhuids

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Behandeling - stappen 
  1. Anesthesie: oppervlakte (infiltratie geeft drukverhoging met risico op verspreiding bacteriën en vloeistof wordt onwerkzaam door ontsteking)
  2. Incisie met scalpel, goed afzuigen! Pus stroomt weg, pijn neemt af.
  3. Gaastampon in wond met bacteriedodende of desinfecterende zalf, stukje rubberdam of slangetje
  4. Na 3 à 5 dagen controle
  5. Voorlichting (evt. op papier)


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Abcesincisie

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Medicijngebruik 
Meestal onnodig
Oorzaak wegnemen helpt vaak voldoende

  • Wel geringe kans op cellulitis = verspreiding micro-organismen in weke delen (wangen en lippen) zonder pusophoping
  • Fors gezwollen, hyperemisch gezicht; pijnlijk bij palpatie; ziek; hoge koorts  
  • Spoed: antibiotica: hoge doses intraveneus in ziekenhuis

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Tariefcodes 
Abcesincisie: meestal code C003 
(let op: niet te verwarren met tandvleesabces T94)

 

En daarbij:
A15 Oppervlakte verdoving
X10 Kleine röntgenfoto

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie leerdoelen les 1
Je kunt nu:
  • beschrijven wat een odontogene ontsteking is, welke odontogene ontstekingen er zijn, wat de therapie hiervan is, welke ingrepen hierbij horen en of geneesmiddelen je t.b.v. deze ontstekingen voorschrijft


Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slot
Maak de volgende opdracht:
Opdrachtenkaart 2.7, theorieles 1

Slide 28 - Slide

This item has no instructions