Talen en dialecten

Drie kenmerken taal in plaats van dialect
:
- Het dialect moet een eigen ontwikkeling hebben gehad
- Er moeten voldoende verschillen zijn tussen het dialect en de standaardtaal
- Het dialect moet door een aanzienlijke maatschappelijke en culturele groep gedragen worden

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Drie kenmerken taal in plaats van dialect
:
- Het dialect moet een eigen ontwikkeling hebben gehad
- Er moeten voldoende verschillen zijn tussen het dialect en de standaardtaal
- Het dialect moet door een aanzienlijke maatschappelijke en culturele groep gedragen worden

Slide 1 - Slide

Deze les: Talen en dialecten
Deze les leer je over wanneer een taal echt een taal is en wat de verschillen zijn tussen talen en dialecten. Ook maak je zelf kennis met verschillende soorten talen.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
- Je kent het verschil tussen een taal en een dialect.
- Je kent de drie criteria van het Europese Handvest voor Regionale of Minderheidstalen.
- Je kan de drie criteria van het Europese Handvest voor Regionale of Minderheidstalen toepassen op onbekende talen of dialecten.
- Je leert kennismaken met nieuwe talen en dialecten.

Slide 3 - Slide

Bekijk deze spreuk 
Kurame flâjû, stus di tjestrofilóme flajue. 
 Niets zal er overblijven, als men iets verwoest.

Slide 4 - Slide

Opdracht
  1. Wat zijn de verschillen tussen deze twee talen?
2. In welke taal is deze spreuk geschreven?
3. In welk land wordt deze taal gesproken?
4. Hoe kun je zo snel mogelijk naar dat land vliegen vanaf Schiphol?
Kurame flâjû, stus di tjestrofilóme flajue.  
 Niets zal er overblijven, als men iets verwoest.

timer
5:00

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Uitleg 
Uitleg verschillen tussen talen en dialecten
- Er zijn geen specifieke criteria om het verschil aan te geven
- Nationale standaardtaal
- Politieke situatie
en bevolkingsgroepen
- Europese Handvest voor Regionale of Minderheidstalen

Slide 10 - Slide

Uitleg
Drie kenmerken taal in plaats van dialect volgens het Europese handvest:
- Het dialect moet een eigen ontwikkeling hebben gehad
- Er moeten voldoende verschillen zijn tussen het dialect en de standaardtaal
- Het dialect moet door een aanzienlijke maatschappelijke en culturele groep gedragen worden

Slide 11 - Slide

Maak de opdracht over talen en dialecten
Je gaat onderzoeken of de tien talen  in de tabel een taal of een dialect zijn. Dat doe je aan de hand van de drie criteria waaraan een taal moet voldoen volgens het Europese handvest. Onderzoek met behulp van internet of de talen een taal of dialect zijn. In de laatste kolom moet je ook aangeven welke bevolkingsgroep de taal spreekt.
timer
1:00

Slide 12 - Slide

Klaar?
Ga zelf op zoek naar vijf talen of dialecten die ook in het schema zouden kunnen staan waarbij je de zin: ‘Welke taal of dialect is dit?’ moeten vertalen naar de uitgekozen taal of het uitgekozen dialect. Deze zinnen stuur je naar je docent, via chat/teams.

Slide 13 - Slide

Opdracht nakijken
Kijk de antwoorden na met behulp van het antwoordmodel.

Slide 14 - Slide