Geschikte tekststructuren voor een betoog zijn:
- argumentatiestructuur: je onderbouwt je mening met sterke argumenten en weerlegt tegenargumenten
- voor- en nadelenstructuur: je onderbouwt je mening met voordelen en weerlegt nadelen
Gebruik signaalwoorden voor een duidelijke structuur. In een betoog kun je bijvoorbeeld de volgende verbanden en signaalwoorden gebruiken:
reden of argument: daarom, omdat, want, derhalve, immers, dat blijkt uit, namelijk.
oorzaak – gevolg: doordat, daardoor, als gevolg van, het komt door, waardoor, zodat.
tegenstelling: maar, toch, echter, daarentegen, enerzijds ... anderzijds.
samenvatting: kortom, al met al, met andere woorden.
conclusie: dus, concluderend, samengevat.