This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
EHBO oefenvragen algemeen
Slide 1 - Slide
Een kind is tijdens een
volleybaltoernooi met haar arm langs
een losse kabel gekomen.
Welke EHBO middelen gebruik je?
Slide 2 - Slide
Steriel gaasje
Pleister
Snelverband
Mitella
Beademingsmasker
Elastische zwachtel
Traumazwachtel
EHBO er is eindbehandelaar
desinfectievloeistof
Slide 3 - Drag question
Op nieuwjaarsdag klinkt bij jou op straat een harde knal.
Je ziet 2 jongetjes naar jou toe rennen. 1 jongetje heeft zijn hand vast; er is iets in zijn hand ontploft en hij mist een aantal vingers. Hoe verbind je de wond nadat je het slachtoffer veilig hebt benadert en 112 hebt gebeld?
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Drag question
Je bent aan het hardlopen
in het bos en treft
deze situatie aan.
Welke 3 handelingen
doe je meteen?
Slide 6 - Drag question
Je bent aan het hardlopen
in het bos en treft
deze situatie aan.
Welke 3 handelingen
doe je meteen?
1e
2e
3e
(juiste volgorde)
Slide 7 - Drag question
Veilig voor mezelf?
Heeft iemand gezien wat er is gebeurd?
Ik bel 112
Aanspreken, aanschudden
Slachtoffer kantelen
Ademhaling controleren
Helm afzetten
Slide 8 - Drag question
Slide 9 - Drag question
Wat is hier niet goed?
Slide 10 - Mind map
Tijdens een judoles komt een kind
naar je toe met een snee in zijn vinger.
Hij is gekrabd door een vriendje
Slide 11 - Slide
Steriel gaasje
Slide 12 - Drag question
Slide 13 - Slide
Schuif de AED en het mobieltje naar de juiste plek in de tekening
Slide 14 - Drag question
In de volgende slide zie je een getekent bovenlichaam.
Daarnaast zie je 2 blauwe ; die stellen de plakkers van een AED voor.
Opdracht om de plakkers naar de juiste plek te schuiven op het bovenlichaam.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Drag question
Wat moet je als EHBsO'er doen als de AED aangeeft dat er 'geen schok' gegeven wordt?
A
een andere AED halen, deze is stuk
B
direct door reanimeren als er geen teken van leven is
C
stoppen met reanimeren
D
de AED opnieuw plakken
Slide 17 - Quiz
In de volgende slide zie je 6 afbeeldingen die horen bij het draaien van een slachtoffer van BUIK- naar RUGligging.
Sleep de afbeeldingen in de juiste volgorde:
1 2 3
4 5 6
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Drag question
Waarom zou je een bewusteloos slachtoffer NIET op zijn buik laten liggen?
Slide 20 - Open question
Een voetballer verzwikt zijn enkel op de manier die je hierboven ziet afgebeeld.
Jij gaat deze enkel verbinden. Sleep eerst alle spullen die je nodig hebt voor de behandeling naar de afbeelding.
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Drag question
A
Inversie
B
Eversie
Slide 23 - Quiz
Noem de 3 woorden die horen bij de I.C.E. regel
Slide 24 - Mind map
I
C
E
staat voor IMMOBILISATIE
(zonodig ook ijs)
staat voor COMPRESSIE
staat voor ELEVATIE
Slide 25 - Slide
Noem 3 zaken waaraan je aandacht besteedt bij de aanleg van een enkeldrukverband!
Slide 26 - Mind map
Noem 3 kenmerken van een mogelijke botbreuk:
Slide 27 - Open question
Wat doe je als EHBsO'er met een gebroken lichaamsdeel?
Slide 28 - Open question
Chin lift Jaw Thrust
Slide 29 - Slide
Hoeveel seconde controleer je de ademhaling?
Slide 30 - Mind map
Bij de reanimatie van een volwassene is de verhouding borstcompressies en beademing :
A
20 compressies
2x beademen
B
30 compressies
1x beademen
C
20 compressies
2x beademen
D
30 compressies
2x beademen
Slide 31 - Quiz
Deze borden tref je in alle openbare ruimtes aan, zoals bijvoorbeeld in sporthallen.
Wat betekenen ze?
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Het is veilig het slachtoffer te benaderen. Wat is je eerste handeling?
A
Aanmoedigen hoesten
B
Rautekgreep
C
object verwijderen uit keel
D
5 stoten schouders
Slide 34 - Quiz
Waardoor ontstaat een beroerte?
A
door een bloeding in de hersenen
B
door een beschadiging van het ruggemerg
C
door een bloedpropje in de hersenen
D
door een breuk in de schedel
Slide 35 - Quiz
Bij een epileptische aanval bij een onbekende:
A
bel je 112
B
stop je iets tussen de tanden
C
houd je het slachtoffer goed vast
D
geef je hem medicijnen
Slide 36 - Quiz
Hoe herken je een zuurstof tekort bij een slachtoffer?
Slide 37 - Mind map
Een atleet zit op een zomerdag langs de kant van de baan. Zijn huid voelt droog en warm aan. Hij is misselijk en geeft antwoord. Waar horen deze kenmerken bij?
A
Oververhitting
B
Beroerte
C
Hittestuwing
D
Hitteberoerte
Slide 38 - Quiz
Hoe lang koel je een brandwond?
A
10 tot 20 minuten
B
minimaal 20 minuten
C
Totdat het niet meer hoeft van het slachtoffer
D
20 tot 30 minuten
Slide 39 - Quiz
Hoe noemen we 2e en 3e graads brandwonden?
A
Diepliggende
brandwonden
B
Diepgewortelde brandwonden
C
Diepe brandwonden
D
Kapot ernstige
brandwonden
Slide 40 - Quiz
Welk letsel zien we hier?
Slide 41 - Mind map
Slide 42 - Video
Noem een situatie waarin het niet veilig is voor jou om een slachtoffer te benaderen.
Slide 43 - Mind map
Noem een situatie waarin het wel veilig is voor jou, maar niet voor het slachtoffer?
Slide 44 - Mind map
Noem een situatie waarin je direct en snel moet handelen
Slide 45 - Mind map
A
Hechtpleisters aanbrengen
B
Direct spoelen met water
C
Bedekken met een gaasje
D
Druk op de wond geven
Slide 46 - Quiz
Deze man is in elkaar geslagen door dieven die in zijn huis waren. Van welk letsel zie je duidelijke kenmerken?