lj3 Taalverzorging hoofdstuk 3

Lesopbouw
  • Taalverzorging hoofdstukken 1 en 2 zijn af. 
  • Vragen over deze hoofdstukken?

  • Korte instructie hoofdstuk 3
  • Opdrachten hoofdstuk 3
  • Zelfstandig werken - gezamenlijk
  • Huiswerk


1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lesopbouw
  • Taalverzorging hoofdstukken 1 en 2 zijn af. 
  • Vragen over deze hoofdstukken?

  • Korte instructie hoofdstuk 3
  • Opdrachten hoofdstuk 3
  • Zelfstandig werken - gezamenlijk
  • Huiswerk


Slide 1 - Slide

Hoofdstukken 1 en 2
Deze hoofdstukken zijn af. Wie niet?
Nog vragen?

Antwoordbladen worden einde van deze les via SOM gemaild.

Verder met hoofdstuk 3

Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 3 blz. 9
Samengestelde zinnen 

Leerdoel:
Je weet wat een voegwoord (signaalwoord) is. 
Je kunt de persoonsvormen en de onderwerpen vinden in samengestelde zinnen.

Slide 3 - Slide

Korte uitleg
Een samengestelde zin is een zin met 2 of meer persoonsvormen en 2 (of soms 1) onderwerpen. 

Vaak staat tussen de 2 delen een komma of een voegwoord (signaalwoord)  Allebei kan ook, maar dat hoeft niet. 





Slide 4 - Slide

Samengestelde zinnen 
De kat sprong uit het raam, landde op vier poten en rende weg.
De kat sprong uit het raam, waarna hij op vier poten landde en meteen wegrende.

Ik ga elke zondag wielrennen. Met harde wind fiets ik niet.
Ik ga elke zondag wielrennen, behalve als het hard waait.


Slide 5 - Slide

Verander deze zinnen in 1 samengestelde zin. Gebruik een signaalwoord.

Ik ga naar de markt. Ik wil appels kopen.

Slide 6 - Open question

Verander deze zinnen in 1 samengestelde zin:

Mijn geld is nu al op. Ik heb veel kleren gekocht.

Slide 7 - Open question

Doe mee

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Persoonsvorm
Je vindt de persoonsvormen door de zin in een andere tijd te zetten in samengestelde zinnen. 
Bijvoorbeeld:
Ik loop naar de markt, omdat mijn fiets kapot is
Ik liep naar de markt, omdat mijn fiets kapot was

Deze samengestelde zin maak je niet vragend!

Slide 10 - Slide

Onderwerp(en)
Ik loop naar de markt, omdat mijn fiets kapot is

pv = loop - Wie loopt? > ik
pv = is - Wat is kapot? > mijn fiets

Slide 11 - Slide

Schrijf de persoonsvormen en de onderwerpen op:

Ik ga naar de markt, want ik wil appels kopen.
pv = pv = ow = ow =

Slide 12 - Open question

Schrijf de persoonsvormen en de onderwerpen op:

Mijn geld is nu al op, want ik heb veel kleren gekocht.
pv = pv = ow = ow =

Slide 13 - Open question

Oefening pv's/ow
We oefenen samen:
1: Hans eet chips, omdat hij dat lekker vindt.
2: Als het goed is, wordt het boek besteld.
3: Wanneer je niet snel reageert, is het niet meer mogelijk te komen.
4: Als het regent, hoef je niet naar school.

Slide 14 - Slide

Huiswerk

Lees de theorie van hoofdstuk 3 nog eens goed door op blz. 9
Maak de opdrachten 1, 2 en 3 op blz. 10.

Je leest de theorie van hoofdstuk 4 op blz. 11 goed door. Je bent voorbereid op de volgende les. 

Slide 15 - Slide