2 Basis Spelling 5.8 deel 2

2 Basis  5.8 spelling deel 2
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

2 Basis  5.8 spelling deel 2

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les
Je kunt verkleinwoorden maken
Je kunt de regels voor het maken van verkleinwoorden herkennen
Je kunt al vijf dicteewoorden goed schrijven
Je huiswerkopdrachten zijn gecontroleerd
Je vragen zijn gesteld én beantwoord

Slide 2 - Slide

Een verkleinwoord 
Is een zelfstandig naamwoord 
Je geeft aan dat dat woord klein is door er bijvoorbeeld 
-kje, -pje, of -tje achter te zetten

Slide 3 - Slide

Wat is het verkleinwoord van auto?

Slide 4 - Open question

Wat is het verkleinwoord van ketting?

Slide 5 - Open question

Wat is het verkleinwoord van baby?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Eindigt een woord op -ng?
dan maak je een verkleinwoord met -nkje of -etje

Slide 8 - Slide

Welk verkleinwoord is goed gespeld?
A
kettingetje
B
kettingkje
C
kettinkje

Slide 9 - Quiz

Welke verkleinwoord is goed gespeld?
A
tekeningetje
B
tekeningkje
C
tekeninkje

Slide 10 - Quiz

Eindigt een woord op -a, -é, -o of -u?
Dan schrijf je die klinker twee keer.
Je spreekt het woord anders verkeerd uit.

Slide 11 - Slide

Welk verkleinwoord is goed gespeld?
A
autotje
B
auto'tje
C
autootje

Slide 12 - Quiz

welk verkleinwoord is goed gespeld?
A
caféétje
B
café-tje
C
cafeetje

Slide 13 - Quiz

Eindigt een woord op -y ?
Dan schrijf je 'tje

Slide 14 - Slide

Welk verkleinwoord is goed gespeld?
A
pony'tje
B
ponytje
C
ponietje
D
ponie'tje

Slide 15 - Quiz

Welk verkleinwoord is goed gespeld?
A
babietje
B
babie'tje
C
baby'tje
D
babytje

Slide 16 - Quiz

Aan de slag in je boek
Maak opdracht 9 A+B blz. 130 van je boek
(of online hoofdstuk 5- 8 spelling)
Ben je klaar? Neem de dicteewoorden (blz. 131) nog eens goed door.
timer
1:00

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

luister naar het dicteewoord en spel het op de goede manier.

Slide 19 - Open question

luister naar het dicteewoord en spel het op de goede manier.

Slide 20 - Open question

luister naar het dicteewoord en spel het op de goede manier.

Slide 21 - Open question

luister naar het dicteewoord en spel het op de goede manier.

Slide 22 - Open question

luister naar het dicteewoord en spel het op de goede manier.

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Doelen van deze les
Je kunt verkleinwoorden maken
Je kunt de regels voor het maken van verkleinwoorden herkennen
Je kunt al vijf dicteewoorden goed schrijven
Je huiswerkopdrachten zijn gecontroleerd
Je vragen zijn gesteld én beantwoord

Slide 25 - Slide

Hoe had ik nog beter kunnen zorgen dat onze doelen gehaald werden?

Slide 26 - Open question

Wat heb jij gedaan om deze doelen te bereiken?

Slide 27 - Open question

Waarom gebruikte ik deze afbeelding?

Slide 28 - Slide

Tot                                      snel!

Slide 29 - Slide