B1U 14 februari Valentijn

                 







Valentijnsdag
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

                 







Valentijnsdag

Slide 1 - Slide

Leesboek
Pak je leesboek en begin met lezen.
Welkom!

Slide 2 - Slide

timer
15:00
15 minuten in stilte zelfstandig lezen.

Slide 3 - Slide

Vragen?

Slide 4 - Slide

 Valentijnsdag+NG/WG +LV

Slide 5 - Slide

Valentijnsdag

Slide 6 - Slide

Betekenis van Valentijn

Slide 7 - Slide

Ga naar Lesson-Up en doe mee met je eigen naam.
Laptop 

Slide 8 - Slide

Hoeveel e-mail/valentijnskaartjes/appjes worden er vestuurd in Nederland met Valentijn?
A
30 miljoen
B
15 miljoen
C
50 miljoen
D
45 miljoen

Slide 9 - Quiz

Vier jij Valentijnsdag?
Ja
Nee

Slide 10 - Poll

Wat is het gezegde in de zin:
'Frank heeft Marieke met Valentijnsdag een prachtige, rode roos gegeven.'
A
ng: Frank
B
wg: heeft gegeven
C
wg: heeft
D
ng: Frank heeft

Slide 11 - Quiz

Wat is het lv in de zin:
'Frank heeft Marieke met Valentijnsdag een prachtige, rode roos gegeven.'
A
Marieke
B
roos
C
een prachtige, rode roos
D
Valentijnsdag

Slide 12 - Quiz

Wie heeft dat voor Valentijn voor haar gekocht? (WIE?)
A
OW
B
LV
C
MV
D
BWB

Slide 13 - Quiz

Aantekeningen maken

Slide 14 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les kan ik het lijdend voorwerp van een zin vinden.

Slide 15 - Slide

LIJDEND VOORWERP
WIE/WAT + wwg + OW --> LV (Wie ondergaat het?)

Op Valentijnsdag | schonk | de werkersraad | enkele verbaasde werkers | een prachtige roos

Slide 16 - Slide

Een naamwoordelijk gezegde heeft nooit een lijdend voorwerp.

Slide 17 - Slide

Keuze huiswerk maken tussen in je schrift of via digitale methode. 

Check of je 70% goed hebt, dan beheers je de stof goed. 

Slide 18 - Slide

Werken aan opdrachten
Lees
De opdrachten goed.
Maak
Grammatica zinsdelen §7 Lijdend voorwerp blz.216-217 opdr. 2 en 3.
Hoe
In je eigen schrift voor Nederlands of online. Je mag fluisterend overleggen met je schoudermaatje en vragen stellen aan je docent.
Tijd
15 minuten
Klaar?
Laat je schrift/of het resultaat zien aan de docent en daarna flexen.
Huiswerk
Bovenstaande opdrachten.
timer
15:00

Slide 19 - Slide




Huiswerk



Grammatica zinsdelen §7 Lijdend voorwerp blz.216-217 opdr. 2 en 3.

Slide 20 - Slide

Valentijnsdag

Een terugblik op liefde en relaties,
ontdekken van de oorsprong van valentijnsdag.

Slide 21 - Slide