taal quiz woorden

taal quiz 
1 / 8
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 8 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

taal quiz 

Slide 1 - Slide

Wat is de betekenis van "Bruut"
A
Sterk
B
Cool
C
Gewelddadig
D
Mooi

Slide 2 - Quiz

Wat is de betekenis van "Grootscheeps"
A
Massaal
B
Een groot schip
C
Een zoekactie van de politie.
D
Gewelddadig

Slide 3 - Quiz

Wat is de betekenis van "aannemelijk"
A
Sarcastisch
B
Dat je iets aanpakt van iemand.
C
Leugenaar
D
Geloofwaardig

Slide 4 - Quiz

Wat is de betekenis van
"In gebreke blijven"
A
Niet doen wat je moet doen.
B
Te kort aan iets hebben.
C
In overvloed zijn van iets.
D
Een been breken.

Slide 5 - Quiz

Wat is de betekenis van
"het signalement"
A
De politie bellen
B
De beschrijving van het uiterlijk van een persoon.
C
Een berichtje op je telefoon.
D
Een alarm dat afgaat.

Slide 6 - Quiz

Wat is de betekenis van "Kidnapper"
A
Een kind dat slaapt.
B
Iemand die ontvoert wordt.
C
De ontvoerder
D
De plek waar iemand verstopt is.

Slide 7 - Quiz

Wat is de betekenis van "losgeld"
A
Geld dat iemand thuis heeft liggen.
B
Geld dat op je bankrekening staat.
C
Geld dat je moet betalen om iemand vrij te krijgen van de gevangenis.
D
Geld dat je moet betalen om iemand van een ontvoerder vrij te krijgen.

Slide 8 - Quiz