Woordenschat

Woordenschat
Thema Technologie
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Woordenschat
Thema Technologie

Slide 1 - Slide

Uitleg van nieuwe woorden 
1.  Lees het woord
2.  Lees de betekenis(sen)
3.  Lees de voorbeeldzin(nen)
4.  Bekijk de plaatjes

Slide 2 - Slide

de robot
een machine die het werk van een mens doet
Een robot werkt heel precies en is nooit ziek.

Slide 3 - Slide

het gebouw
iets wat gebouwd is en waar je in kunt
Onze school zit in een groot gebouw.

Slide 4 - Slide

dalen
naar beneden gaan / zakken
De temperatuur daalt vannacht flink.
Het vliegtuig daalt en zal snel landen.

Slide 5 - Slide

opladen
zorgen dat er weer elektriciteit bij komt
Ik moet mijn telefoon elke dag opladen.
Elektrische auto's  moet je opladen.

Slide 6 - Slide

kapot
als iets beschadigd is of niet meer werkt
Mijn telefoon is gevallen en nu is het scherm kapot.
Na het ongeluk was mijn auto helemaal kapot.

Slide 7 - Slide

de planeet
een hemellichaam (een groot iets) dat rond een ster draait
De aarde is een planeet.
De mens wil graag naar de planeet mars gaan

Slide 8 - Slide

winnen (won - gewonnen)
de beste zijn in een wedstrijd of een spel
Het voetbalteam heeft de beker gewonnen.
Wie denk jij dat de wedstrijd gaat winnen?

Slide 9 - Slide

downloaden
digitale gegevens naar je eigen computer halen
Ik wil die game downloaden, want dan kan ik hem spelen.

Slide 10 - Slide

            studeren                  
iets leren / oefenen
Als je een goed cijfer voor de toets wil, moet je goed studeren.
Mijn buurmeisje studeert elke dag piano.

Slide 11 - Slide

leeg
iets waar niets of niemand in zit
Je moet altijd je bord leeg eten.
De batterij van mijn telefoon is leeg. Ik kan nu niet bellen.

Slide 12 - Slide