Hoofdstuk 10.2 Begroting & Schuld Collectieve Sector

1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Eindtermen/begrippen

Slide 2 - Slide

Eindtermen/begrippen
Miljoenennota
Begroting
Directe vs Indirecte belastingen
Belastingbeginselen 
Progressief/degressief/proportioneel
Draagkrachtbeginsel/Profijtbeginsel
Sociale Premies
Collectieve lastendruk
Groei & stabiliteitspact

Overheidsbestedingen
Overdrachtsuitgaven
Rentelasten
EMU-Saldo & EMU-Schuld
Financieringstekort
Intertemporele ruil
Staatsobligaties


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Directe vs indirecte belasting

Slide 5 - Slide

Belastingbeginselen
Proportioneel                   Progressief                              Degressief
Vast percentage over hele inkomen
Hoger inkomen?Hoger belasting-percentage
Hoger inkomen = lager belastingpercentage
vb: vast bedrag

Slide 6 - Slide

Profijtbeginsel/draagkrachtbeginsel
Draagkracht: De sterkste schouders
dragen de zwaarste lasten 
(vb inkomstenbelasting)

Profijtbeginsel: De gebruiker betaalt. 
(vb: Hondenbelasting, parkeerheffing)

Slide 7 - Slide

Sociale premies
Bij het innen van de inkomstenbelasting worden ook de 'sociale premies' geind. Dit zijn premies voor volksverzekeringen (AOW, ANW) en werknemersverzekeringen (WW, ZW). 

Doordat je belasting betaalt heb je hier automatisch recht op indien van toepassing. Dit wordt in paragraaf 10.3 verder uitgelegd. 

Slide 8 - Slide

Collectieve lastendruk
Alle belastingen & Sociale premies samen noemen we collectieve lasten. 

Berekening: Collectieve lasten/BBP * 100. 

Hogere CLD = grotere overheid. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Financieringsoverschot/tekort
Feitelijke toe of afname van staatsschuld in een jaar

https://www.destaatsschuldmeter.nl

Slide 11 - Slide

Tekort = geld lenen
Ruilen over de tijd door overheid: Nu lenen, later met rente terugbetalen. Toekomstige consumptie wordt hiermee naar voren gehaald. 

Lenen overheid gebeurt door staatsobligaties. 

Slide 12 - Slide

Groei & Stabiliteitspact (EMU)
EMU = Economische & Monetaire Unie (Eurolanden)

Regels over begroting, aan de hand van percentages van het BBP

Jaarlijks tekort (EMU-saldo) kleiner dan 3% van BBP
Staatsschuld (EMU-schuld) kleiner dan 60% van BBP

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Eindtermen/begrippen
Miljoenennota
Begroting
Directe vs Indirecte belastingen
Belastingbeginselen 
Progressief/degressief/proportioneel
Draagkrachtbeginsel/Profijtbeginsel
Sociale Premies
Collectieve lastendruk
Groei & stabiliteitspact

Overheidsbestedingen
Overdrachtsuitgaven
Rentelasten
EMU-Saldo & EMU-Schuld
Financieringstekort
Intertemporele ruil
Staatsobligaties


Slide 15 - Slide

Over welk begrip zou je graag nog wat meer uitleg willen?

Slide 16 - Open question

Maken
Opgave 6, 7, 8 & 10

Slide 17 - Slide