maandag 5 oktober

de maanden
de seizoenen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare school

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

de maanden
de seizoenen

Slide 1 - Slide

de duif
het bos

Slide 2 - Slide

het onweer
de dag

Slide 3 - Slide

de wolk
de zon

Slide 4 - Slide

de winter
de zomer

Slide 5 - Slide

de maan
de ster

Slide 6 - Slide

het voorjaar
de lente
het najaar    
de herfst

Slide 7 - Slide

de temperatuur
de thermometer

Slide 8 - Slide

de stam
de wortels

Slide 9 - Slide

0

Slide 10 - Video


A
het bos
B
het strand
C
de rivier
D
de stad

Slide 11 - Quiz


A
de wortels
B
het bos
C
de stam
D
de bladeren

Slide 12 - Quiz


A
de thermogaaf
B
de thermometer
C
de paraplu
D
de parameter

Slide 13 - Quiz


A
de zomer
B
de herfst
C
de lente
D
de winter

Slide 14 - Quiz


A
de zomer
B
de winter
C
de lente
D
de herfst

Slide 15 - Quiz


A
de zon
B
de dag
C
de maand
D
de nacht

Slide 16 - Quiz


A
het jaar
B
de maand
C
de dag
D
de nacht

Slide 17 - Quiz


A
de regen
B
de zon
C
het onweer
D
het weeron

Slide 18 - Quiz


A
de stad
B
het bos
C
het boos
D
de tuin

Slide 19 - Quiz


A
de duif
B
de diuf
C
de doef
D
de dijf

Slide 20 - Quiz


Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

de wind
De wind waait
de tak

Slide 23 - Slide

leestekst

Sonja is de moeder van een jongen. 
De jongen heet Sander.
Hij is zes jaar.
Zijn zusje heet Zara.
Sonja gaat vandaag naar de stad.
Zij koopt een broek en een riem voor Sander.
Ze koopt ook een jurk voor haar dochter.

Slide 24 - Slide

zus-van -heet-  dochter- ze-hij -vandaag-moeder
  1. Sonja is de ....................van een jongen. 
  2. De jongen...................Sander. 
  3.  ........................... is zes jaar. 
  4. Zijn...................... heet Zara. 
  5. Sonja gaat .........................naar de stad. 
  6.  ............. koopt een broek en een riem voor Sander. 
  7. Sonja koopt ook een jurk voor haar ..................... 
.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide