Vocabulaire 6

Vocabulaire 6
Maatwerklessen
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vocabulaire 6
Maatwerklessen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
* Activeren voorkennis
*Uitleg van de 10 nieuwe woorden
* Oefenen van de woorden
* Controleren of het onthouden is

Slide 2 - Slide

Wat betekent 'vocabulaire'?
A
woordenboek
B
zinnen
C
onderwerpen
D
woordenschat

Slide 3 - Quiz

Pittoresk
A
klein
B
afgelegen
C
schilderachtig

Slide 4 - Quiz

Kies het goede woord:
A
abominabel
B
adominabel
C
amonibabel
D
abominadel

Slide 5 - Quiz

Wat is jargon?
A
Vaktermen
B
Woordgroepen
C
Signaalwoorden
D
Doelgroep

Slide 6 - Quiz

Bevredigend
Voldoening gevend
"Hij kwam met een bevredigend antwoord"

Slide 7 - Slide

Indicatie
Aanwijzing, aanduiding
"Dat is een goede indicatie van de kosten voor de verbouwing"

Slide 8 - Slide

Hectisch
Chaotisch

"Jochem Meyjer maakt hectische shows"

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Abuis
Fout, vergissing

"Nee hoor, dat klopt niet, u  bent abuis"

Slide 11 - Slide

Oppositie
Partijen die niet in de regering zitten, tegenpartij

"De oppositie stemde tegen de wetsvoorstel"

Slide 12 - Slide

meteorologisch
weerkundig

"Uit meteorologische rapporten blijkt dat oktober nog nooit zo nat was als nu"

Slide 13 - Slide

Subjectief
Bevooroordeeld, beïnvloed door je eigen mening en gevoelens

"Een subjectieve uitleg"

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Basaal
Aan de basis liggen, fundamenteel

"Dat hoort tot de basale kennis"

Slide 16 - Slide

Robuust
Krachtig en stevig

"Die tafel is erg robuust"

Slide 17 - Slide

Affiniteit
Natuurlijke interesse, aantrekkingskracht

"Hij heeft veel affiniteit met honden"

Slide 18 - Slide

Per ...... namen we de verkeerde afslag
A
Fictief
B
Incidenteel
C
Abuis

Slide 19 - Quiz

Hoesten kan een ....... zijn dat je een virus hebt
A
Indicatie
B
Implicatie
C
medicatie

Slide 20 - Quiz

Hij heeft totaal geen ...... met social media.
A
sympathie
B
affiniteit
C
empathie

Slide 21 - Quiz

We hebben een ...... periode achter de rug.
A
hectische
B
robuuste
C
basale

Slide 22 - Quiz

Er is vast een ..... verklaring voor het slechte weer de afgelopen tijd.
A
meteorologische
B
monopolistische
C
hectische

Slide 23 - Quiz

De ..... man tilde zijn vrouw met gemak op!
A
basale
B
robuuste
C
fictieve

Slide 24 - Quiz

Haar oordeel over de sollicitant was nogal .....
A
bevredigend
B
abuis
C
subjectief

Slide 25 - Quiz

Het .... resultaat nam veel spanning weg
A
incidentele
B
bevredigde
C
lugubere

Slide 26 - Quiz

De ..... maakte gezamenlijk een vuist tegen de regerende partijen
A
opportunist
B
oppositie
C
toppositie

Slide 27 - Quiz

Rekenen hoort tot de ..... lessen op de basisschool
A
nasale
B
basale
C
subjectieve

Slide 28 - Quiz

Oppositie
A
tegenpartij
B
vijand
C
tegenover

Slide 29 - Quiz

Bevredigend
A
uitzonderlijk
B
voldoening gevend
C
prettig

Slide 30 - Quiz

Basaal
A
laag
B
fundamenteel
C
neusklank

Slide 31 - Quiz

Hectisch
A
stressvol
B
Chaotisch
C
twijfelachtig

Slide 32 - Quiz

Robuust
A
zwaar
B
stevig
C
schattig

Slide 33 - Quiz

meteorologisch
A
weerkundig
B
meetkundig
C
sterrenkunde

Slide 34 - Quiz

Subjectief
A
bevooroordeeld
B
objectief
C
affiniteit

Slide 35 - Quiz

Abuis
A
verspreking
B
vergissing
C
verveling

Slide 36 - Quiz

Indicatie
A
aanwijzing
B
medicijn
C
afwijzing

Slide 37 - Quiz

affiniteit
A
gevoel
B
bewijsvoering
C
aantrekkingskracht

Slide 38 - Quiz

waardeoordeel
affiniteit
Jargon
Inferieur
vaktaal
aantrekkingskracht
minder waardevol
mening of iets goed of slecht is

Slide 39 - Drag question

overeenstemmen
chaotisch
Tegenpartij
Abominabel
Hectisch
Oppositie
Bijzonder slecht
Accorderen

Slide 40 - Drag question

Guitig
Beseffen
Met moeite te pakken krijgen
Geluksvogel
Spekkoper
Onderkennen
Olijk
Bemachtigen

Slide 41 - Drag question

Goed geoefend?
Ga nu je woordzoeker maken! Kijken of het lukt!
Veel succes!

Slide 42 - Slide