Hoofdstuk 4 Artikelen controleren: herhaling
1 / 13
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat zijn artikelen?
A
Alle artikelen die een houdbaarheidsdatum hebben
B
Alle artikelen in het magazijn
C
Alle dingen die je in de winkel kan kopen
D
Alle dingen die je kan doen in een winkel
Slide 2 - Quiz
Wat is een handige plek om actie artikelen neer te zetten?
A
Ergens achterin de winkel
B
Ergens midden in de winkel in het zicht
C
Ergens midden in de winkel
D
Dat maakt toch helemaal niks uit
Slide 3 - Quiz
Een goede artikelpresentatie zorgt voor meer verkoop en dus meer winst!
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Wanneer gebruik je een schappenplan?
Slide 5 - Open question
Wat is de houdbaarheidsdatum op een product?
A
De datum wanneer het product gemaakt is
B
De datum wanneer het product verkocht is
C
De datum tot wanneer het product te gebruiken is
D
De datum waarop je het product moet eten
Slide 6 - Quiz
Je moet 3 pakken melk in het schap terugzetten. Bekijk de volgende 3 houdsbaarheidsdata. Welke datum zet je vooraan, in het midden en achteraan?
Vooraan
in het midden
achteraan
27-10-2022
20-10-2022
23-10-2022
Slide 7 - Drag question
Bij FIFO vullen zet je het product met DE LANGST HOUDBARE DATUM altijd
A
vooraan
B
in het midden
C
achteraan
D
in een actierek
Slide 8 - Quiz
Waarom moet je controleren of de artikelen in de doos kloppen met de artikelen in het schap?
Slide 9 - Open question
Een datum geeft:
A
de dag
B
de dag en de maand
C
de dag ,de maand, het jaar
D
de dag, de maand, het jaar , de eeuw
Slide 10 - Quiz
welke datum komt eerst
A
16-06-2023
B
17-06-2023
C
17-07-2023
D
16-08-2023
Slide 11 - Quiz
Schrijf de datum van vandaag op in woorden.
Slide 12 - Open question
Schrijf de datum van vandaag op in cijfers.
