H1.7 Grammatica zinsdelen les 2

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat geef je aan na de persoonsvorm?
A
het gezegde
B
het onderwerp
C
de zinsdelen
D
het lijdend voorwerp

Slide 3 - Quiz

Wat is de juiste volgorde?
A
pv, gezegde, o, zinsdelen
B
pv, zinsdelen, o, gezegde
C
pv, o, gezegde, zinsdelen
D
pv, zinsdelen, gezegde, o

Slide 4 - Quiz

Hoe vind je het onderwerp?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Hoe vind je het lijdend voorwerp?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Wat is het lv
Bart kijkt graag televisie in het weekend.
A
Bart
B
televisie
C
het weekend
D
weekend

Slide 9 - Quiz

Hoe vind je het meewerkend voorwerp?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Geef het mv aan.
Geef jij dit stukje taart aan Gerda?

A
jij
B
dit
C
stukje taart
D
Gerda

Slide 12 - Quiz

Geef de bwb aan.
Gisteren is Bas zijn sleutel verloren in het zwembad.

A
sleutel
B
gisteren
C
in het zwembad
D
gisteren, in het zwembad

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide