W6 les 9 feedback geven en ontvangen

Afstemmen

Les 9
1 / 15
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Afstemmen

Les 9

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
  • herhaling vorige les
  • theorie feedback geven en ontvangen
  • opdracht fedback geven en ontvangen
  • afsluiting

De student weet wat het begrip feedback inhoudt.
De student kan opbouwende feedback geven.
De student kent de aandachtspunten die bij feedback ontvangen behoren.


Slide 2 - Slide

je wilt zo veel mogelijk informatie op je nemen. Onder welke luisterstrategie valt dit?
A
gericht luisteren
B
intensief luisteren
C
empathisch luisteren
D
globaal luisteren

Slide 3 - Quiz

Je wilt de ander begrijpen en steunen. Onder welke luisterstrategie valt dit?
A
globaal luisteren
B
gericht luisteren
C
intensief luisteren
D
empatisch luisteren

Slide 4 - Quiz

Wil je mij vanmiddag hebben met de afwas? Wat voor soort vraag is dit?
A
suggestieve vraag
B
indirecte vraag
C
gesloten vraag
D
vervolgvraag

Slide 5 - Quiz

Je gaat vanavond toch ook meedoen met de bonte avond? Wat voor soort vraag is dit?
A
suggestieve vraag
B
indirecte vraag
C
open vraag
D
gesloten vraag

Slide 6 - Quiz

feedback
Feedback = het terugkoppelen van informatie van de ene persoon naar de andere, waarbij duidelijk gemaakt wordt hoe de boodschap (of het gedrag) van de een op de ander overkomt.

Nut van feedback:
  • Feedback ondersteunt en bevordert positief gedrag.
  • Feedback helpt de ander beter begrijpen.
  • Feedback maakt duidelijk welk gedrag niet en welk gedrag wél gewenst is

opbouwende feedback  = Je vertelt duidelijk wat je waardeert en waarom, of wat er beter kan en waarom.






Slide 7 - Slide

Welke opbouwende feedback heb jij voor mij op mijn rol als docent?

Slide 8 - Open question

verdedigingsreactie op opbouwende feedback 
Ontkenning: in reactie op je feedback ontkent de ander dat hij het gezegd of gedaan heeft. Bijvoorbeeld: ‘Nee hoor, dat heb ik helemaal niet gezegd,’ of ‘nee hoor, zo ging het helemaal niet.’
 

Verdringing: in reactie op je feedback zegt de ander dat hij het zich niet meer kan herinneren of dat hij het is vergeten. Ook is het mogelijk dat de ander zegt, dat niet hij het was, maar iemand anders.


Rationalisatie: in reactie op je feedback gaat de ander een uitleg of verklaring geven, of hij bedenkt een smoes, bijvoorbeeld: ‘Ja, maar ik kon er niets aan doen. Want toen ik … toen kwam hij... en daardoor…’


Projectie: in reactie op je feedback speelt de ander de bal terug of hij geeft iemand anders de schuld. Bijvoorbeeld: ‘Ik heb het jou zelf ook wel eens zien doen,’ of ‘jij doet toch ook weleens iets verkeerd,’ of ‘als jij het eerder tegen me had gezegd, dan had ik…’ of ‘het komt omdat zij…’

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Welke twee verdedigingsreactie zag je terug bij Simon?

Slide 11 - Open question

Aandachtspunten feedback  ontvangen
  1. Luister goed naar wat de ander zegt.
  2. Vraag om verduidelijking als iets je niet duidelijk is.
  3. Geef aan wat je van de feedback vindt.
  4. Probeer niet in de verdediging te schieten, geef ook geen verwijten terug. Zie feedback als een kans om te leren.
  5. Als je het inhoudelijk niet eens bent met de feedback, doe er dan toch iets mee.
  6. Als je de feedback niet herkent, maak dan de afspraak dat de ander je op jouw gedrag aanspreekt als de situatie zich voordoet.




Slide 12 - Slide

Wat voor opbouwende feedback zou jij geven aan Simon?

Slide 13 - Open question

Opdracht thieme meulenhoff
maak uit het boek communicatie hoofdstuk 4.9 de volgende opdrachten: Thieme thema: 1b, 1c 3, 4b

Slide 14 - Slide

Afsluiten

Slide 15 - Slide