ijspret in Nederland

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NieuwsbegripMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

De  5 strategieën van NBG:
  • verkennen van de tekst
  • vragen stellen bij de tekst
  • ophelderen van onduidelijkheden
  • samenvatten
  • verbanden in de tekst (verwijs- en signaalwoorden)

Slide 2 - Slide

verbanden in een tekst 
Wat zijn verbanden?
Een tekst bestaat uit zinnen. Het zijn geen losse zinnen. De zinnen hebben iets met elkaar te maken. Tussen de zinnen 
bestaan verbanden. Bijvoorbeeld een:  
  • opsomming
  • oorzaak 
  • tegenstelling.

Slide 3 - Slide

voorbeeld
 Je herkent een verband meestal aan een signaalwoord. 
Voorbeeld:
Het heeft vannacht flink gesneeuwd. Daardoor zijn de wegen glad.
Oorzaak: Het heeft flink gesneeuwd.
Gevolg: De wegen zijn glad.

Aan het signaalwoord daardoor kun je zien dat het om een oorzaak en een gevolg gaat.

Slide 4 - Slide

voorbeelden van Signaalwoorden

Slide 5 - Slide

Sneeuw en ijs in Nederland 

Slide 6 - Slide

Zoek een signaalwoord 
Sleeën, sneeuwballen gooien en zelfs langlaufen. Sinds zondag kan het, want Nederland is bedekt onder een laag sneeuw. Het blijft de hele week vriezen, ook overdag. Dat komt niet zo vaak voor. Het winterse weer levert idyllische beelden en sneeuwpret op. Bij sommigen ontstaat zelfs al ‘Elfstedentochtkoorts’, want Nederland is nu eenmaal een schaatsland. Maar de sneeuw en ijzige kou zorgen ook voor overlast.

Slide 7 - Slide

Zoek een signaalwoord 
Sleeën, sneeuwballen gooien en zelfs langlaufen. Sinds zondag kan het, want Nederland is bedekt onder een laag sneeuw. Het blijft de hele week vriezen, ook overdag. Dat komt niet zo vaak voor. Het winterse weer levert idyllische beelden en sneeuwpret op. Bij sommigen ontstaat zelfs al ‘Elfstedentochtkoorts’, want Nederland is nu eenmaal een schaatsland. Maar de sneeuw en ijzige kou zorgen ook voor overlast.

Slide 8 - Slide

Welk woord past?
De komende dagen vriest het dag en nacht, ........de kans bestaat dat het ijs sterk genoeg is voor een elfstedentocht.
A
want
B
dus
C
maar
D
omdat

Slide 9 - Quiz

Welk woord past?
De sneeuw en vorst zorgen niet alleen voor pret, .........ook voor overlast
A
want
B
dus
C
maar
D
omdat

Slide 10 - Quiz

Welk woord past?
Zondag was het treinverkeer gestremd, ......... de wissels bevroren waren en niet werkten door de stuifsneeuw.
A
want
B
dus
C
maar
D
omdat

Slide 11 - Quiz

Maak een zin over de sneeuw met het signaalwoord omdat.....

Slide 12 - Open question

Maak een zin over de sneeuw met het signaalwoord maar

Slide 13 - Open question

filmpje 

Slide 14 - Slide