09.12.2024

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Deutsch

09.12.2024

Was machen wir heute?

- Hausaufgaben korrigieren

- Landeskunde

- Aussprache

- Grammatik

Hausaufgaben korrigieren

Opdr. 18, 20, 21 en 22 op blz. 78, 79 en 80

Landeskunde (blz. 77)

Opdracht 17 samen

Uitspraak (blz. 84)

Opdr. 31

Grammatik: blz. 81 MEESCHRIJVEN!

sollen = moeten (wil/raad van een ander)

ich soll

du sollst

er/sie/es soll

wir sollen

ihr sollt

sie/Sie sollen

wollen = willen

ich will

du willst

er/sie/es will

wir wollen

ihr wollt

sie/Sie wollen

mögen = leuk vinden, lusten

ich mag

du magst

er/sie/es mag

wir mögen

ihr mögt

sie/Sie mögen

möchten = willen (wens)

ich möchte

du möchtest

er/sie/es möchte

wir möchten

ihr möchtet

sie/Sie möchten

verschil tussen müssen en sollen:

Müssen (het kan niet anders, je moet het gewoon)

Sollen (de wil/raad van een ander (zou))

Maken: blz. 81 en 82

Opdr. 25, 26 en 28

Klaar? woordjes en grammatica rijtjes leren van hoofdstuk 8