Spelling en schrijven 2KM1

Spelling
Nederlands
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spelling
Nederlands

Slide 1 - Slide

Programma

  • 5 minuten check-in
  • 10 minuten lezen
  • 20 minuten spelling
  • 10 minuten Check-out

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

  • We herhalen de belangrijkste regels voor spellen
  • We schrijven verder aan onze opdracht voor de presentatie.

Slide 3 - Slide

Herhaling spelling
Les 1: Engelse werkwoorden
Nederlands
Mavo 2

Slide 4 - Slide

werkwoordspelling
A
Zij begeleiden de vrouw naar huis gisteren.
B
Zij begeleidden de vrouw naar huis gisteren.

Slide 5 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
Het vuur is snel ...
A
bluste
B
blus
C
geblust
D
geblusd

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
De brandweer ... het vuur gisteren snel.
A
dooft
B
doofde
C
gedoofd
D
doofte

Slide 7 - Quiz

de jongen heeft een taart....... (bakken)

Slide 8 - Open question

De jongens ....... (maken) gisteren hun huiswerk

Slide 9 - Open question

Hij ... voor een bluetooth headset.
A
shoppen
B
geshopt
C
shopte
D
shoppte

Slide 10 - Quiz

Vul het juiste tegenwoordig deelwoord in:

De leerling zat ... (luisteren) in de les.

Slide 11 - Open question

Goed of fout?

Telefoon'tje
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quiz

Goed of fout?

hobby'tje
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quiz

Goed of fout?

Jan's voetbalteam
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quiz

Goed of fout?

dvd's
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quiz

Goed of fout?

vmbo-'er
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quiz

Goed of fout?

foto's
A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quiz

Hoe laat begint de les vandaag!
A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Slide 18 - Quiz

We rijden vandaag door Nederland, België, en Luxemburg.
A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Slide 19 - Quiz

Loop naar de maan.
A
De hoofdletters en leestekens kloppen.
B
De hoofdletters en leestekens kloppen niet.

Slide 20 - Quiz

Wil je kaas, jam of hagelslag op je boterham?
A
Hoofdletters en leestekens kloppen.
B
Hoofdletters en leestekens kloppen niet.

Slide 21 - Quiz

Op Maandag hebben we een toets.

A
De hoofdletters en leestekens kloppen.
B
De hoofdletters en leestekens kloppen niet.

Slide 22 - Quiz

In Maart ben ik jarig!
A
De leestekens zijn goed gebruikt.
B
De leestekens zijn fout gebruikt.

Slide 23 - Quiz

Aan de slag
Maak de digitale opdrachten OF werk aan je opdracht voor de presentatie
Doe dat alleen, je mag wel fluisterend overleggen als je hulp nodig hebt
Klaar? Lever de opdracht in en kom even naar je docent voor extra werk.

Slide 24 - Slide

Noem 1 ding op wat je hebt geleerd vandaag.

Slide 25 - Open question

Noem 1 ding op waarbij je hulp nodig hebt.

Slide 26 - Open question

Hoe ging het met de concentratie vandaag?

Slide 27 - Open question