1G1 LTC week 22

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Dinsdag 31 mei

1. Even herhalen: impf-pf 

2. 5A bespreken/nakijken 

3. Zelfstandig werken 

4. Afsluiting 

Lesdoel: je kunt het impf en pf herkennen in de Latijnse tekst en vertalen. 

1. Wat is het verschil tussen imperfectum en perfectum?

1. Welke vorm is imperfectum?

1. audiverunt
2. audio
3. audiebatis
4. audire

1. welke vorm is perfectum?

1. dixerunt
2. audivistis
3. amavit
4. laudabant

1. Vertaal: Cornelia amavit donum.

2. 5A: geef de vertaling van r.2-4

2. 5A: citeer de Latijnse tekstelementen waaruit blijkt dat Sol weet wie hij voor zich heeft.

2. 5A: kijk nu je vertaling na (1-8)

(1) Phaethon naderde het paleis van de Zon. Het paleis was groot en stralend: de zuilen van het paleis waren van goud. De deur was van zilver. (5) Phaethon keek vol bewondering naar alle dingen / alles. Toen ging hij het paleis binnen. Daar zat zijn vader op een hoge troon. De Zon herkende de jongen en

zei tegen zijn zoon: 

3. Zelfstandig werken

5A t/m r.15 (=HW vrijdag  3 juni) 

Klaar? 

-Maak 5A helemaal af 

-Maak de opgaven Grammatica 5A/Tekstbegrip 5A

4. Afsluiting

Lesdoel: je kunt het impf en pf herkennen in de Latijnse tekst en vertalen. 

Check: citeer uit r.1

Vrijdag 3 juni 

1. 5 minuten lezen+ HW-controle

2. HW bespreken 

3. 5A afronden 

4. Afsluiting 

Lesdoel: je kunt Latijnse teksten verklaren op inhoudelijk en grammaticaal vlak

2. HW bespreken

5A vertalen t/m r.15

3. 5A afronden

5 min: vertaal r.16 en 17 

al klaar? Maak de opdrachten Grammatica 5A en Tekstbegrip 5A op p. 48 in je oefenboek

3. Lesdoelcheck

Lesdoel: je kunt Latijnse teksten verklaren op inhoudelijk en grammaticaal vlak

Log nu in via LessonUp

Vul de vertaling in van r.16 en 17.

Phaëton wil van Sol bewijs dat hij inderdaad zijn vader is. Gaat Sol hierop in? Leg uit en citeer het Latijn.

dixit=

1. praesens
2. imperfectum
3. perfectum
4. infinitivus

Sol deposuit radios: waarom zou hij dit doen?

Verklaar waarom dixerunt in r.17 in het perfectum staat.

1. Het gaat om een onvoltooide handeling
2. Dit is een voltooide handeling.
3. Dit gebeurt op de achtergrond.
4. Hier wordt een situatie beschreven.

3. Lezen

Phaëton doet een wens

4. Afsluiting

HW dinsdag 7-6: werk verder aan je ZW-opdracht! 

Deadline 10 juni. 

Wat heb je deze les geleerd?