V2 | Latijn | hoofdstuk 5 Phaëton: een menselijke ruiter

1 / 37
next
Slide 1: Slide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Minerva oefenboek en tekstboek, Chromebook, JdW-map, etui
  • Latijn vertalen = naamvallen & werkwoorden
timer
3:00

Slide 3 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
5 december
0 oriëntatie hoofdstuk 5: leerdoelen
1 verhaal over Phaëthon lezen
  •  Ik kan de hoofdlijnen van de mythe van Phaëthon in mijn eigen woorden navertellen. 
2 vocabulaire 5A
  • Ik kan woorden die te maken hebben met de mythe van Phaëthon vertalen van het Latijn naar het Nederlands.
3 grammatica: uitleg imperfectum (regelmatig en esse en posse) en oefening
  • Ik kan de werkwoordsuitgangen van het imperfectum herkennen en determineren.
  • Ik kan de werkwoordsvormen van esse en posse herkennen, determineren en vertalen.
4 vertalen 5B
  • Ik kan een werkwoord op de juiste manier in de zin vertalen.
timer
5:00

Slide 4 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


11 december
1 vocabulaire 5A
2 imperfectum: oefenen
  • Ik kan de werkwoordsuitgangen van het imperfectum herkennen en determineren.
  • Ik kan een werkwoord op de juiste manier in de zin vertalen.
3 perfectum: uitleg (overzicht tb. blz. 183 en dit overzicht) en memoriseren
  • Ik kan de werkwoordsuitgangen van het perfectum herkennen en determineren.
  • Ik kan aan een werkwoord zien of het een praesensstam of een perfectumstam bevat.
  • Ik kan uitleggen hoe uit de praesensstam de perfectumstam wordt gevormd.
4 vertalen 5B

timer
2:00

Slide 5 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


12 december
1 vocabulaire 5A
2 imperfectum: oefenen
  • Ik kan de werkwoordsuitgangen van het imperfectum herkennen en determineren.
  • Ik kan een werkwoord op de juiste manier in de zin vertalen.
3 perfectum: uitleg (overzicht tb. blz. 183 en dit overzicht) en memoriseren
  • Ik kan de werkwoordsuitgangen van het perfectum herkennen en determineren.
  • Ik kan aan een werkwoord zien of het een praesensstam of een perfectumstam bevat.
  • Ik kan uitleggen hoe uit de praesensstam de perfectumstam wordt gevormd.
4 vertalen 5B

timer
2:00

Slide 6 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Proefwerk
  • vragen over cultuur en grammatica: maximaal 32 punten
  • de proefvertaling: max. 28 punten

Slide 7 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Vraag 1
Congrueren: liberis + (vester)

A vestis > jullie kinderen
B vesteris > aan jullie kinderen
C vestis > jullie kinderen
D vestis > onze kinderen

Slide 8 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Vraag 2
Regel 1: Io nunc vacca est.
a. Schrijf op in welke naamval dit woord staat.
b. Leg de functie van dit woord uit. Leg dus uit waarom dit woord in de naamval staat waarin het staat.

A nominativus, want onderwerp
B wat iemand is: wat is Io? Io is een koe!
C want het vertelt wat Io nu is, en dat is een koe
D naamw. deel vh gezegde, want Io is het onderwerp, en dit verwijst naar Io

Slide 9 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Vraag 3
Regel 1: Vaccae pulchra forma est
a. In welke naamvallen kan dit woord staan? Schrijf alle mogelijkheden op.
b. In welke naamval staat dit woord in deze regel? Leg je antwoord uit.

A dativus, want de koe bezit een mooi uiterlijk
B dativus, want het is meewerkend voorwerp
C genitivus, want het mooie uiterlijk is van de koe
D genitivus, want de koe is van een mooi uiterlijk

Slide 10 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Vraag 3
Regel 2: Juppiter cupidus vaccae est.
a. In welke naamvallen kan dit woord staan? Schrijf alle mogelijkheden op.
c. En in welke naamval staat dit woord in regel 2? Leg je antwoord uit.

A dativus, want Juppiter is begering naar/aan de koe.
B dativus, want verplichte aanvulling na cupidus.
C genitivus, want Juppiter verlangt naar de koe.
D genitivus, want na cupidus komt altijd een genitivus.

Slide 11 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Vraag 7
Regel 6 narrat … obdormit… interficit
Schrijf van elk van deze werkwoorden op tot welke werkwoordgroep ze behoren.

A mk-stam, want de infinitivus is interficĕre en de ik-vorm interfico.
B capio-groep, want de infinitivus is interficĕre en de ik-vorm interficio.
C i-stam, want de infinitivus is interficire en de ik-vorm interficio.

Slide 12 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Proefvertaling
Regel 3: Igitur Argum interficere te iubeo (max. 3 punten)

A Dus je moet Argus doden.
B Daarom beveel ik je Argus te doden.
C Ik beveel je Argus te doden.
D Daarom moet je Argus doden.

Slide 13 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Proefvertaling
Regel 6: Tunc Argus obdormit. (max. 1 p) Mercurius eum interficit (max. 1p)

A Toen viel Argus in slaap. Mercurius doodt hem.
B Toen Argus in slaap viel. Doodt Mercurius hem.
C Dan valt Argus in slaap. Mercurius doodt hem.
D Dan valt Argus in slaap en Mercurius doodt hem.

Slide 14 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Proefvertaling
Regel 7: Mercurius vaccam in regiam deorum agit. (max. 2 punten)

  • vertaling Amara
  • lidwoord van paleis?

Slide 15 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Werkwoordsspelling
Mercurius daald af naar de aarde en veranderd zich in een herder. 
Daarna verteld hij Argus een lang 
verhaal. Mercurius dood hem.

Slide 16 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


5A Phaëthon komt aan bij het paleis van zijn vader
1 Phaethon regiae Solis appropinquabat.
Regia magna et splendida erat:
columnae regiae aurae erant.
Ianua argenti erat.
5 Phaethon omnia admirans spectabat.
Tum regiam intravit.
Ibi pater eius in alto solio sedebat.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

5A Phaëthon komt aan bij het paleis
8 Sol puerum cognovit et filio suo dixit: 
"Cur venisti, mi fili?"
10 Phaethon gaudebat et ei respondit:
"Veni quod patrem meum videre cupio.
Si vere pater meus es, mihi pignus certum da!"
Sol radios, qui caput cingebant, deposuit et filium
proprius accedere iussit.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

5A Phaëthon komt aan bij het paleis
15 "Mater tua verum dixit," ait, "meus filius es.
Noli diutius dubitare: tibi do quod cupis!"
Sic dixerunt pater et filius.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

18 december
1 5A 
timer
2:00

Slide 20 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Programma
  • Terugblik: imperfectum
  • Leerdoelen opstellen: perfectum en imperfectum
  • Aan de slag: taaloefeningen
  • Reflectie en leerdoelen check: hebben we het begrepen?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Checklist: alles bekend?
  • Wat is de indicativus?
  • Wat is het praesens?
  • Wat is het imperfectum?
  • Aan welke kenletters herken je het imperfectum?
  • Welke persoonsuitgang is anders bij het imperfectum dan bij het praesens?
  • Hoe vertaal je een indicativus praesens en hoe een indicativus imperfectum?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kan de indicativus (en infinitivus) imperfectum en perfectum herkennen en determineren.
  • Je kan van werkwoorden de praesensstam en perfectumstam maken. 
  • Je kan het praesens/imperfectum/perfectum correct vertalen in het Nederlands.
  • Je kan het verschil in gebruik tussen imperfectum en perfectum uitleggen.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Praesens: persoonsvormen
Dit zijn de uitgangen van de persoonsvormen in de tegenwoordige tijd in het ev (ik, jij, hij) en mv (wij, jullie, zij). Dit noem je de indicativus praesens.

Indicativus =
1, 2, 3 ev
1, 2, 3 mv

Praesens = tegenwoordige tijd

Persoon
Uitgang
ik
o
jij
s
hij/zij/het
t
wij
mus
jullie
tis
zij
nt

Slide 24 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Imperativus & infinitivus
Inf
Imp ev
Imp mv
Vertaling
ama-re
ama
ama-te
Heb lief!
tene-re
tene
tene-te
Houd vast!
audi-re
audi
audi-te
Luister!
mitte-re
mitt-e
mitt-i-te
Stuur!
cape-re
cap-e
cap-i-te
Pak!
Infinitivus = hele ww

Imperativus = gebiedende wijs (bevel). Je mag ook vertalen:
ev > jij moet luisteren
mv > jullie moeten luisteren

Slide 25 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Praesens en Imperfectum
Persoon
Uitgang
ik
o
jij
s
hij/zij/het
t
wij
mus
jullie
tis
zij
nt
Plakletter
Kenletter
Uitgang
(e)
ba
m
(e)
ba
s
(e)
ba
t
(e)
ba
mus
(e)
ba
tis
(e)
ba
nt

Slide 26 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Praesens en Imperfectum: stam
Infinitivus
stamgroep
Praesensstam
Perfectumstam
ama-re
a
ama-
amav-
tene-re
e
tene-
tenu-
audi-re
i
audi-
audiv-
mitte-re
mk
mitt-
mis-
cape-re
mix
cap-
cep-
De perfectumstam wordt meestal gemaakt door een -v- achter de praesensstam te zetten. Dat zijn de regelmatige vormen.

Slide 27 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Perfectum: persoonsvormen
Het perfectum vertaal je in het Nederlands met de voltooid verleden tijd (en dus het hulpwerkwoord 'hebben'):

ik heb gehoord
jij hebt gehoord
hij heeft gehoord
wij hebben gehoord
jullie hebben gehoord
zij hebben gehoord
te hebben gehoord

Persoon
Uitgang
ik
i
jij
isti
hij/zij/het
it
wij
imus
jullie
istis
zij
erunt
hele ww
isse

Slide 28 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Praesens, imperfectum, perfectum
Praesens
Imperfectum
Perfectum
amo
amabam
amavi
ik houd van
ik hield van
ik heb gehouden van
teneo
tenebam
tenui
ik heb
ik had
ik heb gehad
Imperfectum: lange duur, herhaling, achtergrondinformatie, situatie-beschrijvingen
Perfectum: momenten, afgesloten handelingen, hoofdgebeurtenissen

Slide 29 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Praesens, imperfectum, perfectum
Imperfectum: lange duur, herhaling, achtergrondinformatie, situatie-beschrijvingen
Perfectum: momenten, afgesloten handelingen, hoofdgebeurtenissen
Moment (perfectum)
Lange duur (imperfectum)
NU (praesens)

Slide 30 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Afsluiting: leerdoelen
  • Je kan de indicativus (en infinitivus) imperfectum en perfectum herkennen en determineren.
  • Je kan van werkwoorden de praesensstam en perfectumstam maken. 
  • Je kan het praesens/imperfectum/perfectum correct vertalen in het Nederlands.
  • Je kan het verschil in gebruik tussen imperfectum en perfectum uitleggen.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions


Deposuimus
Welke persoon?
A
Imperfectum
B
Perfectum

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions


Intrabant
Welke persoon?
A
Imperfectum
B
Perfectum

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Geef de perfectumstam van de volgende werkwoorden: salutare/custodire/ambulare

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Vertaal de volgende vormen in correct Nederlands:
iuvabamus/appropinquavisti/paravisse

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Leg in je eigen woorden uit wat het verschil in gebruik is tussen imperfectum en perfectum?

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Afsluiting
Checklist:
  • Zijn de leerdoelen behaald?
  • Les in context plaatsen van de periode 
  • Het leren en het gedrag samen evalueren
  • Vooruitblikken adhv JdW-planner  

Slide 37 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.