Communicatie - Les 3

Communicatie - Les 3
1 / 28
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMBOStudiejaar 2,4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Communicatie - Les 3

Slide 1 - Slide

Lesplanning
  • Doornemen weekplanning
  • Check-in
  • Terugblik vorige week
  • Feedback geven 
  • Omgang met kritiek

Slide 2 - Slide

Weekplanning
  • 12/09: Introductie communicatie
  • 19/09: Vraagtechnieken, technieken voor goede communicatie
  • 26/09: Vervalt
  • 10/10: Feedback geven 
  • 18/10: Reflecteren 

Slide 3 - Slide

Hoe zit je erbij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Vorige week hebben we verschillende communicatietechnieken behandeld. Heb je deze week bewust nagedacht over je manier van communiceren?

Slide 5 - Open question

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun jij:
  • feedback geven met behulp van feedbacktechnieken
  • omgaan met het ontvangen van kritiek

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

 Terugvoeren of terugkoppelen​



Dit betekent informatie aan een persoon geven over de manier waarop zijn of haar gedrag overkomt en of het goed begrepen wordt. ​

Vooral tijdens de studie en in werk-situaties vormt feedback ontvangen een belangrijk onderdeel van je leerproces.​

 Tegelijkertijd is het voor je studiegenoten en collega’s waardevol als jij hen duidelijke feedback geeft.




Slide 8 - Slide

Feedback geven
Aan de hand van 'Methodiek 4 G's'. 
  1. Gedrag
  2. Gevoel
  3. Gevolg van gedrag
  4. Gewenst gedrag

Slide 9 - Slide

Gedrag
Beschrijf het gedrag van de ander op objectieve manier. Hierbij horen zinnen als “ik zie dat je…” en “ik hoor jou zeggen dat…”

Slide 10 - Slide

Gevoel
De tweede G staat voor gevoel. Welk gevoel roept het gedrag van je studiegenoot of collega bij jou op? Voorbeelden hiervan zijn: “Dat vind ik erg vervelend” of “Daarmee maak je mij óók onzeker.”​
 

Slide 11 - Slide

Gevolg van gedrag
Na het benoemen van het gedrag in stap 1, laat je de persoon weten wat het gevolg daarvan is, welke indruk je daarbij krijgt. Bijvoorbeeld: “Ik krijg hierdoor het idee dat…” of “mensen kunnen dit verkeerd opvatten.”

Slide 12 - Slide

Gewenst gedrag
Tijdens de vierde stap geef je aan welk gedrag gewenst is, zonder stil te staan bij het ongewenste gedrag: “Ik vind het belangrijk dat we op één lijn zetten. Geef het aan als je ergens niet mee eens bent, dan kunnen we proberen tot een compromis te komen.”

Slide 13 - Slide

Tips
  • Wees uitnodigend​
  • Vraag reactie​
  • Wees bondig​
  • Houd rekening met incasseringsvermogen van de ander



Slide 14 - Slide

Oefenen met de 4G's
  1. Collega Piet is al 4 keer te laat gekomen, waardoor jullie niet kunnen beginnen met de les
  2. Collega Iris heeft haar werk niet af op de afgesproken deadline
  3. Collega Hans klaagt de hele dag over de werkzaamheden die hij moet uitvoeren
  4. Collega Anne zegt bij elke taak die je wilt bespreken kan je dat niet beter zo doen, voordat ze je laat uitpraten 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Feedback ontvangen
  • LSD
  • Laat blijken wat het met je doet
  • Bepaal zelf of je jouw gedrag wilt veranderen

Slide 17 - Slide

Wat betekent LSD?

Slide 18 - Open question

LSD
Luisteren - Samenvatten - Doorvragen

Dus ik begrijp dat je ..
Je bedoelt dat ik.. 
En dat betekent voor jou…​
   Vraag eventueel na bij anderen!

Slide 19 - Slide

Assertief zijn
Je mag best assertief zijn!
Maar wat is dit eigenlijk?

Slide 20 - Slide

Assertief

Slide 21 - Mind map

Assertief
Assertief zijn betekent opkomen voor jezelf zonder de gevoelens en belangen van een ander uit het oog te verliezen. Assertiviteit gaat over: 'Nee' zeggen. 
Grenzen stellen.

Slide 22 - Slide

Je staat in de winkel en bent net aan de beurt, maar iemand anders kruipt voor.​
Wat doe je?

A
Je zegt niets, maar wacht af tot de ander zijn boodschappen heeft gedaan.
B
Je valt uit: ‘Bent u nou helemaal. U moet net zo goed op uw beurt wachten als iedereen. Ik was eerst!’​
C
Je zegt: Sorry, maar ik was voor u aan de beurt, ik stond hier het eerst. Zou u nog even willen wachten?

Slide 23 - Quiz

Voorbeeld
Je staat in de winkel en bent net aan de beurt, maar iemand anders kruipt voor.


Subassertief: je zegt niets, maar wacht af tot de ander zijn boodschappen heeft gedaan.​

Agressief: je valt uit tegen degene die voordringt: ‘Bent u nou helemaal. Ik sta hier ook niet voor niets. U moet net zo goed op uw beurt wachten als iedereen. Kom nou, ik was eerst!’​

Assertief: je zegt rustig en beslist: ‘Sorry, maar ik was voor u aan de beurt, ik stond hier het eerst. Zou u nog even willen wachten?’





Slide 24 - Slide

Subassertief zijn
Subassertief zijn we vaak omdat we de volgende gedachten hebben:​


  • Iedereen moet me aardig vinden;​
  • Ik moet het iedereen naar de zin proberen te maken, ook al wil ik zelf iets anders;​
  • Ik moet dankbaar zijn voor wat anderen voor me doen, ook al ben ik het er niet mee eens;​ als je ouderen (ouders) tegenspreekt, zwaait er wat;​
  • Ik mag geen fouten maken, want dan vinden ze me stom;​ de anderen kunnen alles veel beter dan ik;​
  • Ik kan mezelf toch niet veranderen.







Slide 25 - Slide

Feedback vragen
Spreek vooraf af dat je graag feedback wilt om je eigen functioneren te verbeteren en vraag er actief om​!


Plan feedback gesprekken in, neem er de tijd voor​ en schrijf je feedback op​.





Slide 26 - Slide

Stel open vragen: “Kun je mij vertellen hoe je vind dat ik … doe?”​
(Dus niet: is het zo goed?)​

Laat zien wat je met feedback doet en vraag later nogmaals om feedback -> check of je bent gegroeid/verbeterd

Slide 27 - Slide

Oefening met positief roddelen
Het doel van positief roddelen is het leren ontvangen van opbouwende feedback.
  • Vorm drietallen en bedenk van ieder in het drietal wat de drie sterkste punten zijn van de manier waarop ander samenwerkt / zijn werk doet.
  • Vervolgens roddelen twee van de drie mensen met elkaar over de sterke punten van de derde persoon. 
  • De derde persoon mag alleen kijken, luisteren en aantekeningen maken. De rollen worden gewisseld, zodat uiteindelijk iedereen aan de beurt komt.

Slide 28 - Slide