Les 9: de hypofyse en de schildklier

Les 9: de hypofyse en de schildklier
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 9: de hypofyse en de schildklier

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de werking beschrijven van de hormonen uit de hypofyse en de schildklier. 

Slide 2 - Slide

Inhoud
-Herhalingsopgaven
-Uitleg de hypofyse en de schildklier
-Opgave 
-Filmpje

Slide 3 - Slide

Wat zijn hormonen?

Slide 4 - Open question

Hoe komen hormonen terecht bij de organen waarvan ze de werking moeten regelen?

Slide 5 - Open question

In de afbeelding zie je twee klieren.

Welk van deze twee klieren is het meest waarschijnlijk een schildklier?
A
geen van beide klieren
B
klier 1
C
klier 2

Slide 6 - Quiz

Noem twee belangrijke verschillen tussen het hormoonstelsel en het zenuwstelsel.

Slide 7 - Open question

Benoem onderdeel 5
A
Eierstok
B
Bijnier
C
Testikel
D
Eilandjes van langerhans

Slide 8 - Quiz

De hypofyse en de schildklier
Je trekt je favoriete broek aan en ziet in de spiegel dat je broekspijpen alweer te kort zijn geworden. Je bent nog aan het groeien. Bij de groei en ontwikkeling spelen de hypofyse en de schilklier een rol.

Slide 9 - Slide

De hypofyse
De hypofyse ligt tegen de onderzijde van de hersenen, tussen de beide hersenhelften (afbeelding links). De hypofyse produceert verschillende hormonen. Een van die hormonen regelt de groei van beenderen van het skelet. Hoeveel je van dit groeihormoon aanmaakt bepaald hoe lang je kunt worden.  In de puberteit zorgt een toename in de productie van groeihormoon voor een groeispurt. Als de hypofyse te veel groeihormoon produceert, ontstaat reuzengroei. Produceert de hypofyse te weinig groeihormoon, dan ontstaat dwerggroei. Daarnaast produceert de 
hypofyse hormonen die de werking van andere hormoonklieren beïnvloeden 
(afbeelding rechts).

Slide 10 - Slide

De schildklier
De schildklier ligt in de hals, voor het strottenhoofd, tegen de luchtpijp aan. Onder invloed van een hormoon uit de hypofyse produceert de schilklier het schilklierhormoon. Schildklierhormoon beïnvloedt de stofwisseling en de groei en ontwikkeling. Het hormoon stimuleert de verbranding in cellen. Als bij iemand de schildklier te veel schildklierhormoon produceert, vindt er teveel verbranding in de cellen plaats. Zo iemand wordt rusteloos en vermagert sterk. Als bij iemand de schildklier te weinig schildklierhormoon produceert, vindt er te weinig verbranding in de cellen plaats. Zo iemand krijgt het daardoor gauw koud en wordt snel moe.
Bij een kind dat te weinig schildklierhormoon produceert, kunnen de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling trager verlopen. Bij kinderen en volwassenen kan de schildklier zich sterk vergroten (struma). Een vergrote schildklier kan te veel of te weinig schildklierhormoon produceren.

Slide 11 - Slide

Waar ligt de hypofyse?

Slide 12 - Open question

Waarom kun je de hypofyse het ‘regelcentrum’ van het hormoonstelsel noemen?

Slide 13 - Open question

Noem drie hormoonklieren die in hun werking worden beïnvloed door hormonen uit de hypofyse.

Slide 14 - Open question

Hoe ontstaat reuzengroei?

Slide 15 - Open question

In de afbeelding hiernaast lees je dat een klap op het hoofd kan leiden tot een grote hoeveelheid verschillende klachten. Leg dit uit.

Slide 16 - Open question

Welke processen worden door het schildklierhormoon beïnvloed?

Slide 17 - Open question

Welke verschijnselen kunnen zich voordoen als bij iemand de schildklier te veel schildklierhormoon produceert?

Slide 18 - Open question

Bij een jong katje werkt de schildklier niet goed, waardoor dwerggroei ontstaat.
Welk hormoon zal bij dit jonge katje niet voldoende in het bloed aanwezig zijn?

Slide 19 - Open question

Welke verschijnselen kunnen zich bij dit jonge katje naast dwerggroei nog meer voordoen?

Slide 20 - Open question

Door een tekort aan welk van de hormonen 1, 2 en 3 kan dwerggroei bij een kat ontstaan?

Slide 21 - Open question

Google: Welke stof in het voedsel is nodig voor de vorming van schildklierhormoon?

Slide 22 - Open question

Wat is struma?

Slide 23 - Open question

Bepaalde mensen zijn dik door een tekort aan schildklierhormoon. Leg dat uit.

Slide 24 - Open question

Bij kikkers vindt de gedaantewisseling van larve (kikkervisje) tot kikker plaats onder invloed van schildklierhormoon. Als kikkervisjes te weinig schildklierhormoon produceren, verloopt de gedaanteverwisseling zeer langzaam. Er ontstaan dan zeer grote kikkerlarven (zie afbeelding).
Wat zal er gebeuren als je normale kikkervisjes inspuit met
extra schildklierhormoon?

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Video